United Nations Protection Force (UNPROFOR) en de United Nations Peace Forces (UNPF)

Duur missie: 10 maart 1992 - 20 december 1995
Aantal militairen: 9.753
Dodelijke slachtoffers: 7
Dapperheidsonderscheidingen: 1

Bestuurlijk bestond het multiculturele Joegoslavië sinds haar oprichting in 1945 uit 6 deelrepublieken. Die kenden sinds een grondwetswijziging in 1974 een grote mate van zelfstandigheid. De oliecrises en de daarmee gepaard gaande economische ellende en de opkomst van het Servische nationalisme, zorgden in de loop van de jaren ‘80 voor een fataal mengsel. Dat zou het einde van de federatie inluiden.

Servische identiteit

De Serviërs wensten het behoud van een krachtige Joegoslavische eenheidsstaat als garantie voor het behoud van hun politieke macht en culturele identiteit. De Serviërs vreesden bovendien voor de rechten van hun volksgenoten in de andere deelrepublieken. De Servische president Slobodan Milosevic stookte het nationalistische vuurtje op door een Groot-Servië te bepleiten. Ook wierp hij zich op als de beschermer van alle Serviërs in Joegoslavië.

Onafhankelijkheid

Slovenië en Kroatië riepen op 25 juni 1991 hun onafhankelijkheid uit. De Bosnische Kroaten en Moslims volgden op 3 maart 1992. Het Joegoslavische leger (JNA) greep vrijwel onmiddellijk in. De oorlog in Bosnië begon op 2 april 1992. Enkele dagen later erkenden de Europese Gemeenschap en de VS de onafhankelijkheid van de republiek Bosnië. Het door Serviërs gedomineerde federale parlement in Belgrado riep vervolgens op 27 april 1992 de nieuwe Federale Republiek Joegoslavië (FRJ: Servië en Montenegro) uit.