Voedseldistributie in West-Afrika

Duur missie: 7 juli 1973 - 21 september 1973
Aantal militairen: 12
Dodelijke slachtoffers: geen
Dapperheidsonderscheidingen: geen

In de jaren voor 1973 viel er in West-Afrika nauwelijks regen. Door de enorme droogte leed vooral de bevolking van de landen Mali, Niger, Tsjaad, Senegal, Mauritanië en Opper-Volta (Burkina Faso) honger. Duizenden stierven de hongerdood. Toen schoten internationale hulporganisatie te hulp. Een toestel van de Koninklijke Luchtmacht zorgde voor het vervoer van hulpgoederen.

De landbouworganisatie van de Verenigde Naties, de Food and Agriculture Organisation (FAO), berekende dat het aantal slachtoffers tot in de miljoenen zou oplopen als er niet snel iets gebeurde. Hierop boden vele internationale hulporganisaties ondersteuning aan.

Het Nederlandse aandeel

De Nederlandse regering besloot ook bij te springen en stuurde een al gereedstaand transportdetachement van de luchtmacht naar West-Afrika. Op 7 juli 1973 vertrok het detachement met een Fokker F-27 Troopship vanaf Vliegbasis Soesterberg naar Senegal.

Het detachement telde 6 man. De bemanning van de Troopship bestond uit 3 vliegers, 2 boordwerktuigkundigen en 1 radiotelegrafist.

Distributie hulpgoederen

De Nederlanders verzorgden 11 weken lang de distributie van ingezamelde hulpgoederen naar allerlei getroffen gebieden in West-Afrika. Dit deden zij vanuit hun standplaats in de Senegalese hoofdstad Dakar.

Geïsoleerde en dichtbeboste gebieden waar niet kon worden geland voorzagen ze van hulpgoederen door droppings. In ruim 2 maanden tijd distribueerde de Nederlandse eenheid 240 ton voedsel en veevoer. Op 21 september 1973 was de klus geklaard en keerde het detachement terug naar Nederland.