Noord-Brabant en Noord-Limburg

Naast de Grebbelinie zijn de Maaslinie en de Peel-Raamstelling belangrijke linies in de Nederlandse verdediging tegen de Duitse inval. De Maaslinie loopt van de Belgische grens tot bijna aan Nijmegen, honderd kilometer noordelijker. Bij verschillende bruggen over de rivier zijn kazematten gebouwd om een strategische overrompeling te voorkomen. In 1939 wordt nog begonnen aan de bouw van meer dan 130 nieuwe kazematten, die door middel van prikkeldraadversperringen verbonden zijn. Tussen de rivier en de Duitse grens komen grenswachten en vernielingsdetachementen. De linie laat echter te wensen over: voor communicatie is men afhankelijk van rondrennende ordonnansen, de kazematten zijn moeilijk te camoufleren en er is nauwelijks artillerie. Het is dan ook vooral de opdracht om de Duitse opmars te vertragen, zodat de eenheden in de Grebbelinie en de Peel-Raamstelling tijd hebben om zich voor te bereiden op de aanval.

Vergroot afbeelding Zwart-witfoto. Twee Duitse militairen zitten bovenop een bunker en kijken naar de betonnen koepel, de linker wijst met een stok naar de koepel. Om hen heen beschadigd hekwerk, palen en veel aarde, in de achtergrond weilanden.
Beeld: ©NIMH / Losse Fotografische Objecten
Twee Duitse militairen bestuderen de gevechtsschade aan de koepel van een kazemat tussen St. Agatha en Cuijk.

Hollandse Maginot

De Peel-Raamstelling bevindt zich enkele kilometers achter de Maaslinie. De Duitsers noemen het “die Holländische Maginotlinie”, vernoemd naar de uitgebreide verdedigingslinies in Frankrijk. De stelling loopt van Grave ten westen van Venray door de Peel naar Weert en Budel bij de Belgische grens. De veengebieden in de Peel dienen als natuurlijke barrière, want de grond is hier te drassig voor zwaar materieel. In het noordelijke deel van de stelling worden bijna 400 kazematten gebouwd en wordt een extra verdedigingskanaal gegraven, het Defensiekanaal.

Verder naar het noorden sluit de Peel-Raamstelling via de Betuwestelling aan op de Grebbelinie. In het zuiden wil de legerleiding aansluiten op de Belgen, maar zij hebben een verdedigingslinie die meer naar het westen ligt. Opperbevelhebber generaal Winkelman besluit dat de Peel-Raamstelling daarom, net als de Maaslinie, de opmars moet vertragen en niet meer hoeft af te slaan. De Lichte Divisie en de 25.000 manschappen van het IIIe Legerkorps moeten zich bij een Duitse invasie meteen terugtrekken naar Vesting Holland.

Het is de Peeldivisie die dan achterblijft en voor de vertraging moet zorgen. Langs de beide linies liggen in totaal twintig bataljons, samen goed voor nog geen 20.000 man: veel te weinig om degelijk terug te kunnen vechten. Daarnaast zijn er geen artillerie, luchtafweer, luchtdoelmitrailleurs of andere wapens beschikbaar. De troepen denken zelf dat zij tot de laatste man moeten standhouden, maar weten niets van de terugtrekplannen van de Lichte Divisie en het IIIe Legerkorps.

Vergroot afbeelding Zwart-witfoto. Drie Nederlandse militairen zitten op de grond met een houten kistje tussen hen in, op de grond ligt rommel, de linker houdt een stapeltje blokjes overeind, de andere twee vullen een rond mitrailleurmagazijn. Links in de achtergrond andere militairen met een kanon, tegen de begroeide dijk daarachter zijn witte doelwitten aangebracht.
Beeld: ©NIMH / Losse Fotografische Objecten
‘Hoeveel moeten we er nog?’ Nederlandse infanteristen vullen tijdens de mobilisatie hun patroontrommels voor een schietoefening. Op de achtergrond zijn de schietdoelen en kogelvanger te zien.

De invasie begint

De avond voor de Duitse inval is de bevelhebber van de Peel-Raamstelling, kolonel Schmidt, hier al over gewaarschuwd. Hij laat alle bruggen tussen Roermond en Mook opblazen en in de vroege ochtend erna ook die bij Grave en Ravesteijn. Het Duitse leger steekt op 10 mei 1940 de Nederlandse grens over. De Duitse hoofdaanval loopt door Noord-Brabant en Noord-Limburg. De kernmacht bestaat uit de pas in januari 1940 opgerichte 9e Pantserdivisie met ruim 150 tanks. Verder vechten ook een SS-divisie en vier reguliere infanteriedivisies mee: in totaal ongeveer 100.000 man die zo snel mogelijk naar Moerdijk in het westen moeten oprukken.

De Duitsers vallen over drie aanvalsroutes aan: ter hoogte van Gennep-Mill, Venlo-Deuren en Roermond-Weert. Het belangrijkste doelwit is de spoorbrug bij Gennep. Die is de enige op de geplande hoofdroute richting Moerdijk en Vesting Holland.

Vergroot afbeelding Zwart-witfoto. Een boerderij staat in brand, de vlammen schieten door het geraamte van het dak en de poort. Daarvoor staan zeven Duitse militairen, om hen heen met bladeren en takken bedekte auto’s en motoren.
Beeld: ©NIMH / Losse Fotografische Objecten
Terwijl een boerderij in Beugen, ten westen van de Maas, in vlammen opgaat, houden Duitse militairen een pauze.

Door het opblazen van de bruggen hebben de Duitsers even moeite om de westoever van de Maas te bereiken. Tot hun verrassing krijgen zij op meerdere plekken te maken met hardnekkige Nederlandse weerstand. Bij Venlo sneuvelen bijvoorbeeld 28 Duitsers en bij Roermond 23. Op andere plekken geven de militairen in de kazematten zich echter snel over. Want al met al is de overmacht van de aanvallers te groot en zijn zij binnen enkele uren alsnog de Maas over.

De vijand breekt door

De belangrijke spoorbrug bij Gennep wordt wel ingenomen. Twee Nederlandse nazi-sympathisanten verkleden zich als marechaussee en komen met een groep zogenaamd gevangengenomen ongewapende Duitsers de brug op. Bij de Nederlandse troepen aangekomen, halen de ‘gevangenen’ hun wapens tevoorschijn en nemen zij de brug in. Twee Duitse treinen rijden ongehinderd voorbij de Peel-Raamstelling en stoppen drie kilometer achter het front. Onder de Nederlanders heerst eerst nog verwarring om wat voor treinen het precies gaat. Een luitenant ziet de trein bijvoorbeeld voor een Duitse pantsertrein aan en gaat naar de telefoon om bij de onderdelen te informeren. Achter hem komt de veldprediker de commandopost binnen, die van oordeel is dat er een Nederlandse trein met troepen uit Haps op de spoorbaan staat. Wanneer de luitenant op onderzoek uitgaat, stuit hij op de vijand. Hij slaat alarm en geeft telefonisch bevel de spoorbaan te versperren, wat met stalen balken en mijnen gebeurt. Eén van de treinen rijdt in hoge vaart terug richting Gennep, klapt op de versperring en ontspoort.

Vergroot afbeelding Zwart-witfoto. Polderlandschap met een verhoogde spoorbaan, daarop staat een trein, drie wagons zijn ontspoord en liggen op hun kant. Links loopt een groep van tien mensen naar de wrakstukken, de achterste twee zijn vrouwen.
Beeld: ©NIMH / Losse Fotografische Objecten
De ontspoorde wagons van de doorgebroken Duitse trein liggen na de capitulatie nog in het Brabantse landschap. Links lopen Nederlandse krijgsgevangenen en twee vrouwen van het Rode Kruis naar de wrakstukken.

Inmiddels zijn er twaalf stokoude kanonnen aan de Nederlandse zijde aangeschoven. Zij nemen, door kordaat optreden van hun commandant die de kanonnen laat bijdraaien, een Duitse compagnie die uit de trein stapt onder vuur. De Duitsers trekken zich terug. De commandant, reserve-eerste luitenant Henk Mulder, krijgt na de oorlog de Militaire Willemsorde uitgereikt. Ook wordt de kazerne in Stroe naar hem vernoemd.

Een andere Duitse compagnie richt zich, na een eerdere aanval die ook mislukt, op de brug over het nieuwe Defensiekanaal. Zij schakelen vijf kazematten uit en nemen de bemanning van drie andere gevangen. Er is een bres geslagen in de Peel-Raamstelling. Dit kan desastreuze gevolgen hebben. Vanuit Vught stuurt de Nederlandse legerleiding een regiment huzaren om het gat te dichten. Hier slagen zij echter niet in.

Intussen bereiken de eerste Duitse versterkingen halverwege de middag de stelling en zetten ’s avonds de aanval in. Laagvliegende Duitse vliegtuigen bombarderen de Nederlandse stellingen. Niet met veel schade of verliezen als gevolg, maar het is wel slecht voor het Nederlandse moreel. Een deel dreigt zelfs over te lopen. Kolonel Schmidt beveelt in de avond van 10 mei dan ook tot het ontruimen van de stelling en tot terugtrekking. Dit verloopt chaotisch. Sommige eenheden hebben zich al teruggetrokken, anderen ontvangen het bevel helemaal niet en blijven hardnekkig standhouden. Er ontstaat een gat in de linie. Als de Duitse Wehrmacht de volgende ochtend door de linie trekt, krijgen ze hier en daar nog met tegenstand te maken, maar op veel plekken is geen enkele Nederlander meer te vinden.

Vergroot afbeelding Zwart-witfoto. Een kanon staat verlaten achter een aarden stelling aan een onverharde weg, rechts staan drie Duitse militairen lag de bomenrij, links loopt nog een Duitse militair. In de achtergrond lopen vijf militairen naar de boerderij langs de weg.
Beeld: ©NIMH / Losse Fotografische Objecten
Een achtergelaten Nederlands kanon bij de Erpse brug over de Zuid-Willemsvaart bij Keldonk.

Terugtocht

De Duitse 9e Pantserdivisie rukt over de noordelijke lijn op richting Moerdijk, Dordrecht en Rotterdam. Een andere kolonne trekt via Tilburg en Breda richting Roosendaal. Op veel plaatsen heerst paniek onder de Nederlanders, die zich snel verder terugtrekken. Maar hier en daar, zoals bij Veghel, verloopt het voor de Duitsers niet bepaald op rolletjes en krijgen zij met harde weerstand te maken. Dit heeft te maken met het gerucht dat er Franse versterkingen in aantocht zijn. Hierover zijn tussen Schmidt en de Franse bevelhebber wel gesprekken gevoerd, maar die leveren uiteindelijk niks op. De Fransen richten zich hierna op Antwerpen en Zeeland.

Er volgt een chaotische terugtocht naar het westen. Veel Nederlanders worden gevangengenomen, anderen gaan via Zeeland en België naar Frankrijk. Kolonel Schmidt mist bij het terugtrekken de afslag naar Dongen en rijdt prompt in de armen van de Duitse pantserdivisie. Ook hij wordt krijgsgevangen genomen.

Vergroot afbeelding Zwart-witfoto. Straatbeeld, links op de voorgrond leunen vier Duitse militairen op een stuk geschut, rechts in de achtergrond enkele Duitse militairen te paard. De gebouwen in de achtergrond zijn beschadigd.
Beeld: ©NIMH / Losse Fotografische Objecten
Duitse officieren nemen in de Hoofdstraat van Zevenbergschen Hoek even een pauze. Op de achtergrond gunnen Duitse militairen hun paarden ook een rustmoment.

Omdat ervan uitgegaan wordt dat een grote confrontatie met de Duitsers zal volgen, bevelen de Franse autoriteiten op 12 mei de evacuatie van de bevolking van Breda. Een groot deel vertrekt richting Zundert, anderen naar België. De confrontatie blijft echter uit, want de Fransen trekken zich terug richtting Antwerpen en Zeeland. Intussen denderen de Duitse troepen onvermoeid voor en bereiken al snel de Moerdijkbruggen. Het doel is bereikt.