De Koninklijke Marine was vanouds een erg gesloten organisatie. Toch bleek zij rond 1900 wel zeker vatbaar voor een aantal maatschappelijke ontwikkelingen, waaronder de opkomst van de arbeidersbeweging.
Matrozen en ander lager marinepersoneel richtten vakverenigingen op om misstanden aan de kaak te stellen en voor lotsverbetering te strijden. De roemruchte Matrozenbond ging voorop in deze strijd, die geregeld op het scherpst van de snede werd gevoerd. De marineleiding volgde de activiteiten van deze bond met argusogen, vooral omdat het bestuur daarvan nauwe banden onderhield met de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP). Ook veel politici vreesden dat de vloot in socialistisch vaarwater zou komen.
Deze studie laat zien dat deze angst voor een ‘roode vloot grotendeels onterecht was. Op basis van uitgebreid bronnenonderzoek brengt de auteur de denk- en leefwereld in kaart van de een tot nog toe vrijwel onbekende beroepsgroep: marinematrozen. Hij laat zien hoe met de invoering van een onderwijsbestel voor schepelingen de basis werd gelegd voor een bewustwordingsproces, dat onder meer uitmondde in de oprichting van de Matrozenbond. Ook de harde reactie van de (marine)autoriteiten op deze bond komt aan bod. Hoewel de matrozen weinig op hadden met de monarchie en andere symbolen van het gezag, voerden zij, volgens deze studie, geen politieke strijd. Zij waren niet uit op een revolutie. Hun strijd was vooral sociaal-cultureel van aard, met als doel een meer menswaardig bestaan. Zij waren daarom rood noch oranje.
Productspecificaties
Titel: Rood noch oranje. De sociale strijd van de Nederlandse marinematroos, 1870-1914
Auteur: Johan van de Worp
Uitgever: Uitgeverij van Wijnen
ISBN: 978 90 519 461 47