Antonie Bodaan
Antonie Bodaan is de jongste van twee broers. Hij wordt geboren in Padang Bulan op Sumatra in voormalig Nederlands-Indië, waar zijn vader zendingspredikant is. Wanneer hij vijf jaar oud is, keert het gezin terug naar Nederland. Op zijn twintigste, het is dan 1934, trekt Bodaan - die door zijn omgeving Ton of Toontje wordt genoemd - het militaire uniform aan. Een jaar later behaalt hij zijn vliegbrevet en wordt hij bevorderd tot reserve-tweede luitenant-vlieger.

Gouden rups
Ook voordat de mei-oorlog uitbreekt, ontsnapt Ton Bodaan al eens aan de dood. Kort na het behalen van zijn vliegbrevet stort de Fokker waar hij in vliegt neer. Ondanks een gebroken rechterarm weet Bodaan nog net op tijd zijn parachute open te trekken, waarmee hij zichzelf in veiligheid brengt. Door deze actie treedt hij toe tot de prestigieuze Caterpillar Club. Dit is een officieuze club voor mensen die hun eigen leven of dat van anderen redden door middel van het gebruik van een bepaald merk parachute. Bij toetreding ontvangt het nieuwe lid een gouden insigne in de vorm van een rups. Zo ook Ton Bodaan.
Achter de Duitsers aan
Als de oorlog begint, is Bodaan als jachtvlieger van een Fokker D.21 op Schiphol gestationeerd. Meteen nadat de eerste Duitse vliegtuigen overvliegen, twijfelt hij geen moment en kiest het luchtruim. Hij vliegt in de eerste uren van de strijd drie missies. Telkens verschiet hij al zijn munitie, komt weer veilig op de grond en helpt het grondpersoneel met het herladen van zijn vliegtuig. Bij de vierde vlucht krijgt Bodaan de opdracht om met vijf andere jachtvliegtuigen drie Fokker-bommenwerpers naar vliegveld Waalhaven bij Rotterdam te begeleiden. Vlakbij de stad aangekomen zien Bodaan en zijn collega's in de verte een overmacht aan Duitse Messerschmitts naderen. Er wordt nog een poging gedaan om via een wolkendek te ontkomen, maar het is tevergeefs: de Duitse jachtvliegtuigen storten zich op de Nederlandse toestellen.
De Duitse Messerschmitts hebben al snel de overhand. Een kogel treft Bodaan in zijn achterhoofd. Hij is op slag dood en stort met zijn Fokker richting aarde. Twee weken later worden het wrak en het lichaam van Ton Bodaan in de buurt van Rhoon teruggevonden. Postuum krijgt hij na de oorlog de Militaire Willems-Orde, de hoogste militaire dapperheidsonderscheiding, uitgereikt.