Christiaan Koster
Christiaan Koster wordt op 26 juli 1897 geboren in de Bloemenstad Haarlem als derde en jongste zoon van Christiaan Koster en Rosina Franken. Christiaan heeft zijn middelste broer Thomas nooit gekend: Thomas overlijdt al binnen een paar weken na zijn geboorte.
Koster junior maakt carrière als smid en trouwt al op zijn negentiende met Sara Piers. Drie maanden later verwelkomen zij hun dochter Christina en een jaar later volgt een tweede dochter, Wilhelmina. Net als zijn oudere broer is ook de oudste dochter van Koster helaas geen lang leven beschoren: Christina overlijdt in 1928 op pas 11-jarige leeftijd.
Begin februari 1917 komt Koster op voor zijn dienstplicht. Omdat hij dan al getrouwd is en zijn vrouw bovendien hoogzwanger is, kan hij vrijstelling krijgen. Koster wil echter dienen. Zijn echtgenote geeft hem toestemming om toch te gaan, zo staat expliciet in zijn stamboek vermeld. Zou hij hierdoor de geboorte van zijn eerste kind hebben gemist?
Carrièreswitch
Kosters technische achtergrond als smid komt tijdens zijn diensttijd goed van pas. Hij wordt bij het zogenaamde Bruggendepot ingedeeld en is bestemd om pontonnier te worden. Dit zijn militairen die zich bezighouden met het bouwen van bruggen en eventueel andere obstakels voor de landmacht. Voor een smid als Koster is dit werk hem op het lijf geschreven. Na ruim een jaar gaat Koster toch een hele andere kant op: van het water naar de lucht. Hij wordt gedetacheerd bij de Luchtvaart Afdeeling, de voorloper van de Koninklijke Luchtmacht. Hij gaat een vrijwillige verbintenis voor onbepaalde tijd aan. In de jaren daarna klimt hij op tot sergeant-vliegtuigmaker, oftewel vliegtuigmonteur.
‘Het feest is begonnen’
Koster is tijdens de mobilisatie grotendeels op vliegpark Waalhaven bij Rotterdam geplaatst. Enkele maanden voor de Duitse inval, in november 1939, wordt hij tijdelijk met een detachement terug naar vliegkamp Soesterberg gedirigeerd om mitrailleurs te modificeren. Ook komt het in die tijd al af en toe tot contact met buitenlandse, vaak Duitse, vliegtuigen. Eind februari keert hij met zijn detachement terug naar Rotterdam.
In de vroege morgen van 10 mei 1940 breekt de hel los boven Waalhaven. Duitse vliegtuigen komen vanuit het westen aanvliegen en bestoken het Rotterdamse vliegveld met bommen en mitrailleurvuur. Koster staat met drie andere grondpersoneelsleden bij de ingang van een hangar wanneer de Duitse vliegtuigen hun aanval inzetten. “Het feest is begonnen,” zeggen ze tegen elkaar. Onmiddellijk volgt het commando “Alle vliegtuigen de lucht in.” Terwijl Koster en zijn collega's de vliegtuigen helpen te starten, vallen de bommen om hen heen. Koster raakt daarbij zwaargewond en wordt naar het Zuiderziekenhuis in Rotterdam gebracht. Het mag niet baten: bij aankomst is hij al overleden. Christiaan Koster wordt 42 jaar.
