Duur missie: 9 september 1990 - 15 juli 1991
Aantal militairen: 1.834
Dodelijke slachtoffers: geen
Dapperheidsonderscheidingen: geen
Irak viel op 2 augustus 1990 Koeweit binnen omdat de oliepolitiek van dat land slecht zou zijn voor de Iraakse economie. Binnen een paar dagen eiste de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN) de terugtrekking van Irak uit Koeweit en kondigde het een algeheel handelsverbod af tegen Irak. Diezelfde maand werden de VN-lidstaten opgeroepen het verbod zo nodig met geweld te handhaven.
Offensief tegen Irak
In de maanden daarna vergrootte de anti-Iraakse coalitie haar militaire slagkracht in de Golfregio. Irak trok zich echter niet terug. In november 1990 machtigde de Veiligheidsraad de anti-Iraakse coalitie om Irak desnoods met geweld te verdrijven. In januari 1991 ging het luchtoffensief van start. De tweede fase begon op 23 februari en na een grondoorlog van 100 uur vroeg het Iraakse regime op 28 februari om een staakt-het-vuren.
Beeld: NIMH, collectie Digitale Selecties
De mijnenjagers Hr.Ms. Zierikzee, Haarlem en Harlingen (v.l.n.r. op de voorgrond) lossen het bevoorradingsschip Hr.Ms. Zuiderkruis (midden achter) en de fregatten Philips van Almonde en Jacob van Heemskerk af.
Nederlands aandeel in de Golfoorlog
De Nederlandse regering stelde maritieme middelen, een medisch team en Patriot-lanceerinrichtingen beschikbaar. In augustus 1990 vertrokken uit naam van de West-Europese Unie (WEU) twee fregatten naar de Perzische Golf. Dit waren het standaardfregat Hr.Ms. Pieter Florisz en het luchtverdedigingsfregat Hr.Ms. Witte de With. De Pieter Florisz had twee Lynx-helikopters aan boord met mitrailleurs tegen speedboten. Beide fregatten waren onder meer uitgerust met het SGE-30 Goalkeeper snelvuurkanon tegen inkomende raketten.
Fregatten en mijnenjagers
Op Sinterklaasavond 1990 werden de fregatten afgelost door een standaardfregat, een luchtverdedigingsfregat en een bevoorradingsschip. De Nederlandse fregatten beschermden Amerikaanse vliegdek- en slagschepen in de Golf. Het bevoorradingsschip werd ingedeeld bij de bevoorradingspool in het centrale deel van de Golf. De schepen verlieten op 29 maart 1991 de Perzische Golf. Drie mijnenjagers namen de fakkel over. Deze schepen werden ingezet om mijnen te ruimen voor de kust van Koeweit.
Operatiegebied
De Nederlandse schepen zagen eerst in de Straat van Hormuz toe op de naleving van het VN-handelsembargo. Op 8 oktober 1990 kregen de Nederlandse schepen toestemming in de Perzische Golf zelf te komen. Pas op 31 januari 1991 werd de gehele Perzische Golf operatiegebied.
Beeld: NIMH, collectie Centrum voor Audiovisuele Dienstverlening Koninklijke Marine
De binnenkant van een Lockheed Orion-patrouillevliegtuig wordt klaargemaakt voor het vervoeren van de gewonden van operatie Desert Storm.
Noodhospitaal
Een mobiel noodhospitaal van de Koninklijke Marine vertrok in januari 1991 naar Dubai. Het bood uitgebreide chirurgische zorg aan de scheepsbemanningen. Twee Orion-patrouillevliegtuigen werden op hun thuisbasis Valkenburg achter de hand gehouden voor de afvoer van gewonden naar Nederland. Het noodhospitaal keerde in de tweede helft van maart terug naar Nederland.
Medisch team
Begin februari 1991 arriveerde een uitgebreid medisch team van de Koninklijke Landmacht in Saudi-Arabië. Het team werd ingedeeld bij een Zweeds noodhospitaal bij de hoofdstad van Saudi-Arabië, Riyad. Het Nederlandse team behandelde er ongeveer 180 Iraakse militairen. Op 3 april keerden de militairen terug naar Nederland.
Bescherming Turkije
Turkije verzocht de Nederlandse regering begin januari 1991 om een luchtverdedigingseenheid tegen Iraakse aanvallen met -middellangeafstandsraketten. De regering stuurde tien Patriot-lanceerinrichtingen naar de vliegbasis Diyarbakir in Turkije.




