Duur missie: 18 februari 1992 - 18 november 1993
Aantal militairen: 2.636
Dodelijke slachtoffers: 2
Dapperheidsonderscheidingen: 1

In 1954 viel het Franse koloniale rijk in Zuidoost-Azië uiteen. Ook de Franse kolonie Cambodja werd onafhankelijk. In 1975 veroverde de communistische Rode Khmer de hoofdstad en voerde een schrikbewind in. Naar schatting kostte dit meer dan een miljoen Cambodjanen het leven. Nadat Vietnamese troepen de Rode Khmer hadden verdreven, begon een felle guerillastrijd tegen de nieuwe pro-Vietnamese regering.

Staakt-het-vuren

Het duurde nog tien jaar voordat de partijen bereid waren hun meningsverschillen op te lossen. In april 1991 tekenden zij een staakt-het-vuren en legden in oktober de Parijse akkoorden vast. Om deze akkoorden te ondersteunen riep de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in februari 1992 de United Nations Transitional Authority in Cambodia (UNTAC) in het leven.

Nederlands aandeel in Cambodja: UNAMIC en UNTAC

De ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken gingen akkoord met de deelname van 27 militairen aan de United Nations Advance Mission in Cambodia (UNAMIC). Deze missie moest het mijnenprobleem aanpakken.

Beeld: NIMH, collectie Centrum voor Audiovisuele Dienstverlening Koninklijke Marine

Een marinier in een wachtpost van een compound de wacht.

Missie over in UNTAC

UNAMIC kwam echter zo langzaam van de grond dat toen de Nederlandse militairen vertrokken, de missie al in UNTAC was opgegaan. Na een kort introductieprogramma werd een opleidingsteam van de marine in Siem Reap geplaatst en dat van de EOD bij Battambang. Twee supervisieteams vertrokken naar het gebied tussen Sisophon en Siem Reap. De ministerraad ging op 12 maart 1992 akkoord met deelname aan UNTAC van een versterkt bataljon Korps Mariniers, drie Troopship-transportvliegtuigen, drie Alouette III-helikopters, een Movement Control Unit en enkele staffunctionarissen.

Mandaat

Het mandaat van UNTAC ging in op 15 maart 1992 en duurde achttien maanden. De uitvoering van het vredesakkoord in Cambodja verliep in fases. De eerste fase begon direct na de ondertekening van de Parijse akkoorden. Toezien op het staakt-het-vuren en het mijnenvrij maken van belangrijke gebieden waren de hoofdtaken.

Functies Nederlandse kolonels

Twee kolonels werden op belangrijke staffuncties geplaatst. De ene was van april 1992 tot november 1993 verantwoordelijk voor de planning binnen de UNTAC-staf. De andere vertrok in april 1992 naar Cambodja om de leiding te nemen over het burgerlijke politieapparaat van UNTAC.

Beeld: NIMH, collectie Centrum voor Audiovisuele Dienstverlening Koninklijke Marine

Nederlandse mariniers bewaken de omgeving, terwijl een Russische transporthelikopter wordt uitgeladen.

Mariniers tegengewerkt door Rode Khmer

Het mariniersbataljon kon door tegenwerking van de Rode Khmer slechts twee van de vier compagnieën ontplooien. De Rode Khmer vond een te sterke aanwezigheid van UNTAC gevaarlijk voor de winstgevende houtkap en het winnen van edelstenen in het door haar beheerste gebied.

Tweede en derde fase

De tweede fase begon op 13 juni 1992 en was gericht op het verzamelen, ontwapenen en het naar huis sturen van de militairen van de vier Cambodjaanse partijen. Doordat de Rode Khmer niet wilde meewerken, ging dit niet heel gemakkelijk. In de derde fase moesten verkiezingen worden georganiseerd. De registratie van kiezers leverde al veel spanningen op. Toch verliepen de uiteindelijke verkiezingen rustig. UNTAC liep in het najaar van 1993 op z’n eind. Begin oktober beëindigden de mariniers hun operationele taken.

Kleurenfoto, binnen. Een militair in camouflagekleding zit op een bed of tafel, hij houdt zijn linkerhand voor zich. Rechts een militair die voorovergebogen de uitgestoken hand vasthoudt en bekijkt. Op de hand ligt een wit doekje of verband.

Een marinier wordt door een verpleger verzorgd aan een handblessure.

Beeld: NIMH, collectie Centrum voor Audiovisuele Dienstverlening Koninklijke Marine

Kleurenfoto, buiten in een grasveld. Twee mannen liggen in het gras, de linker draagt een blauwe overall, de rechter draagt camouflagekleding. De linker heeft een troffel in zijn hand en staat op het punt om te graven, terwijl de rechter aanwijst waar dat moet gebeuren. Op de achtergrond een witte truck met de letters UN erop.

Een sergeant van de EOD geeft aanwijzingen over het opsporen en ruimen van landmijnen.

Beeld: NIMH, collectie Centrum voor Audiovisuele Dienstverlening Koninklijke Marine

Kleurenfoto, buiten. Een militair in camouflagekleding en helm kijkt in de camera en lacht. Zijn kleding, gezicht en helm zitten bijna helemaal onder de modder. Alleen zijn tanden en het Nederlandse vlaggetje op zijn mouw niet. Op de achtergrond een witte truck met twee militairen achterop en daarachter bomen en struiken.

Een marinier blijft vrolijk na een fikse tropische regenbui in Cambodja.

Beeld: NIMH, collectie Centrum voor Audiovisuele Dienstverlening Koninklijke Marine

Kleurenfoto. Een militair in camouflagekleding staat bovenaan een trap bij de ingang van een houten hut. Hij aait een klein kind die wordt vastgehouden door een vrouw. Om zijn schouder draagt hij een geweer, op zijn hoofd een lichtblauwe pet.

Een Nederlandse marinier legt contact met de lokale bevolking van Cambodja.

Beeld: NIMH, collectie Centrum voor Audiovisuele Dienstverlening Koninklijke Marine

Kleurenfoto, buiten in een grasveld. Een militair in camouflagekleding zit op zijn knieën in het gras, hij heeft een kleine mijn in zijn handen en een lange stok die tegen hem aanleunt. Een man in burgerkleding ligt op zijn buik ernaast en kijkt naar wat de militair aan het doen is, naast hem een metaaldetector.

Een sergeant-majoor van de EOD geeft instructies aan een Cambodjaanse mijnenruimer in opleiding.

Beeld: NIMH, collectie Digitale Selecties