Duur missie: 25 oktober 1995 - 20 april 1999
Aantal militairen: 32
Dodelijke slachtoffers: geen
Dapperheidsonderscheidingen: geen

Angola was sinds het einde van de 15e eeuw Portugees koloniaal bezit. De Angolese bevrijdingsbewegingen, MPLA en UNITA bleken na de onafhankelijkheid in 1975 niet in staat samen een overgangsregering te vormen.

Akkoord over terugtrekking

In de tien jaar die volgden, werd de door Cuba militair gesteunde MPLA-regering door een groot aantal landen erkend. UNITA bleef zich in het zuiden met Zuid-Afrikaanse hulp verzetten. In 1988 sloten Angola, Zuid-Afrika en Cuba het akkoord van Brazzaville over terugtrekking van de buitenlandse troepen uit Angola. De United Nations Angola Verification Mission I (UNAVEM-I) zag toe op de terugtrekking van de Cubanen. De burgeroorlog duurde echter voort.

Strijders ontwapend

Onderhandelingen tussen de MPLA-regering en UNITA resulteerden op 31 mei 1991 in het akkoord van Bicesse. Daarin werd onder andere besloten dat een groot deel van de MPLA- en UNITA-strijders in steden zou worden gelegerd (gekantonneerd) en ontwapend. Het overige deel moest de basis vormen voor een nationaal Angolees leger. De Verenigde Naties zouden slechts optreden als verificateur van de gezamenlijke commissies. Dit werd VN-missie UNAVEM-II.

Beeld: NIMH, collectie Losse Fotografische Objecten

Een Nederlandse militaire observeert hoe een Angolese cursist van de Central Mine Action Training School met zijn hond naar mijnen speurt.

Nederlands aandeel

Nederland leverde de plaatsvervangend commandant, twee instructeurs, een cursusbegeleider, twee militairen van de Explosieve Opruimingsdienst, een administratief officier en een onderofficier voor de Central Mine Action Training School in Angola. De functie van administratief officier verviel na zes maanden, omdat de school haar eigen budget niet mocht beheren. De eerste groep Nederlanders vertrok op 25 oktober 1995 naar Angola. Er bleek nogal wat te mankeren aan de logistieke ondersteuning van de Angolese brigades die waren opgeleid. Nederland kwam hieraan tegemoet door eenmalig twee logistieke officieren naar Angola te sturen.

Verantwoordelijkheid naar Angola

De operationele verantwoordelijkheid voor de school ging in februari 1997 over in Angolese handen. De internationale staf werd daarom drastisch verkleind. De tien militairen die achterbleven (oorspronkelijk 55), onder wie twee Nederlanders, hadden in eerste instantie alleen een adviserende taak. Al snel bleek echter dat de Angolezen nog niet in staat waren zelfstandig de school draaiende te houden. De adviseurs moesten alle zeilen bijzetten. Het ministerie van Defensie beëindigde de bijdrage aan CMATS op 20 april 1999.

Kleurenfoto. Drie mannen zijn in het struikgewas aan het werk. Rechts staat een militair in uniform in camouflagepatroon, hij praat met de man links die burgerkleding draagt. Verderop zit de derde man, gekleed in blauwe overall op één knie met zijn rug naar de camera. Deze man draagt ook een vizier voor zijn gezicht en een bombestendig vest. Tussen de man in burger en de man in overall zijn drie houten paaltjes met rood-witte bovenkant in de grond geslagen. De rechterkant van het struikgewas is gekapt, de linkerkant niet. In de achtergrond een heuvelachtig grasland met veel bomen en struiken.

Samen met twee Angolezen zoekt een Nederlandse militair de struiken af naar eventuele mijnen. Door de burgeroorlog ligt het land er vol mee.

Beeld: NIMH, collectie Losse Fotografische Objecten

Kleurenfoto. Een grote groep mannen staat op een kleine zandvlakte dicht op elkaar. Ze dragen burgerkleding, velen ook een zonnehoed en het merendeel kijkt in de camera. Sommigen hebben een schrift in hun handen. Voor de groep zijn zes houten paaltjes met rood-witte bovenkant in een clustertje in de grond geslagen, op de grond lopen meerdere rood-witte veiligheidslinten. Voor de groep staan twee mannen, één in burgerkleding en de ander in militair uniform. Een andere militair, ook in uniform, staat naast de groep te luisteren. In de achtergrond een paar bomen, waar auto’s onder staan.

Een grote groep Angolese cursisten van de Central Mine Action Training School luistert naar de instructies van Nederlandse militairen over het ruimen van mijnen. Nederland beëindigt de samenwerking met de mijnenschool in februari 1999.

Beeld: NIMH, collectie Losse Fotografische Objecten