Duur missie: 20 december 1995 - 2 december 2004
Aantal militairen: 27.734
Dodelijke slachtoffers: 8
Dapperheidsonderscheidingen: geen

Onder Amerikaanse en Russische druk toonden de presidenten van Kroatië, Servië en Bosnië zich medio september 1995 bereid mee te werken aan een vredesregeling. Er werd afgesproken dat de Bosnische Moslims, -Kroaten en -Serviërs samen verdergingen en zich niet mochten afsplitsen. De vrede werd in het Dayton-akkoord van december ondertekend.

Goedkeuring IFOR

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties keurde tegelijkertijd de oprichting van de Implementation Force (IFOR) goed. Die moest operatie Joint Endeavour, een zogenoemde ‘chapter seven’ operatie, uitvoeren. Een kleinere Stabilization Force (SFOR) lostte IFOR na een jaar af. Die voerde operatie Joint Guard uit, vanaf juni 1998 Joint Forge genoemd.

Nederlands aandeel

De hoofdmoot van de Nederlandse bijdrage aan IFOR en SFOR bestond uit een gemechaniseerd infanteriebataljon. Dat werd tot december 1996 ondersteund door een logistiek bataljon. Daarna opereerde het bataljon als logistiek zelfstandige eenheid. De hoofdmacht van het bataljon arriveerde in de eerste week van januari 1996. Naast het bataljon en verschillende staffunctionarissen stelde de Nederlandse regering een groot aantal andere eenheden beschikbaar, waaronder een mortiercompagnie, fregatten en helikopter.

Beeld: NIMH, collectie Staffotografen Directie Voorlichting Ministerie van Defensie

Een chauffeur van de IFOR-missie rijdt zijn vrachtwagen door de besneeuwde omgeving. In de achtergrond is zijn de gevolgen van de burgeroorlog te zien.

Taken

Het bataljon controleerde de naleving van het Dayton-akkoord met patrouilles en  controleposten. De checkpoints dienden om de aftocht van alle militairen van de voormalige strijdende partijen en hun wapens uit de Zone of Separation te bewaken. Het Nederlandse bataljon was daarnaast verantwoordelijk voor het markeren en ruimen van mijnen. Ook onderhielden de militairen contacten met lokale militaire commandanten en burgerautoriteiten. De uitvoering van het militaire deel van het akkoord verliep in grote lijnen voorspoedig. Alleen het bijeenbrengen van troepen en zware wapens verliep in eerste instantie minder voorspoedig.

Steeds minder militair

De taken van IFOR en later SFOR verschoven steeds meer naar niet-militaire opdrachten. Het bataljon hield zich steeds meer bezig met het verzekeren van het vrije verkeer van personen en de terugkeer van vluchtelingen. Daarnaast hielpen de Nederlanders met het lokaliseren van oorlogsmisdadigers en ondersteunden zij andere internationale organisaties.

Operationeel optreden

De veranderende taken hadden vanzelfsprekend gevolgen voor het operationele optreden. De permanente en verplaatsbare checkpoints werden geleidelijk opgeheven. Elders in het Nederlandse bataljonsvak werden permanente pelotonsbases ingericht. Die dienden als uitvalsbases voor sociale patrouilles. De tweede helft van 1996 stond vooral in het teken van de landelijke verkiezingen.

Beeld: NIMH, collectie Staffotografen Directie Voorlichting Ministerie van Defensie

Ook tijdens de IFOR-missie in Bosnië mogen de hagelslag, appelstroop en chocopasta bij de broodmaaltijden niet ontbreken.

Militaire aspecten

De toenemende aandacht voor de civiele aspecten van het Dayton-akkoord betekende overigens niet dat de militaire aspecten werden verwaarloosd. Het inkrimpen en samenvoegen van de legers van de Bosnische Serviërs en de Moslim-Kroatische Federatie stond nog steeds hoog op de agenda. Daar waar het aantal troepen met succes was verlaagd, verliep het daadwerkelijke samenvoegen juist moeizaam.

EUFOR

Het kabinet stemde op 1 oktober 2004 in met deelname van maximaal 530 militairen aan de Europese Unie geleide troepenmacht EUFOR. Het ministerie van Defensie stelde hier een infanteriecompagnie, een ondersteuningscompagnie, een geneeskundig detachement en een inlichtingendetachement beschikbaar.

Kleurenfoto. Een grote pantserwagen rijdt op een zandvlakte, op de voor- en zijkant staat in witte letters IFOR geschreven. Uit twee openingen aan de bovenkant steken twee militairen naar buiten. Bovenop is een geweer met beschermpaneel geplaatst. Links op de grond staat een militair met naast zich een mortier op twee dikke wielen. In de achtergrond bomen en struiken.

Bij een oefening zetten Nederlandse militairen een Thomsom Brandt-mortier instelling. Rechts een YPR 765-pantserwagen met de letters IFOR.

Beeld: NIMH, collectie Staffotografen Directie Voorlichting Ministerie van Defensie

Kleurenfoto. Drie mannen zijn met elkaar in gesprek. De linker draagt een donkerblauwe jas en een bril, de andere twee zijn militairen in camouflage-uniform met baretten. Ze kijken naar iets buiten beeld. Daarachter staat een andere militair, ook in camouflage-uniform, met zijn handen op de rug. In de achtergrond ruïnes van kapotgeschoten huizen.

Premier Jan Peter Balkenende (links) brengt in december 2002 een bezoek aan de SFOR-missie. Het is zijn eerste bezoek aan Nederlandse militairen op missie sinds zijn aantreden eerder dat jaar.

Beeld: NIMH, collectie Staffotografen Directie Voorlichting Ministerie van Defensie

Kleurenfoto. Twee militairen staan langs een stoeprand met twee jongetjes te praten. De militairen dragen een uniform in camouflagekleuren en een baret. De linker heeft een geweer voor de borst, de rechter heeft een snor en staat met zijn handen op de rug. Het linker jongetje heeft een witte bodywarmer aan die te groot is, daaronder een rood-blauw trainingspak. Het rechter jongetje draagt ruim zittende kleding van spijkerstof. Terwijl hij met de militairen praat, gebaart hij naar links. In de achtergrond een boom en betonnen gebouwen.

Een patrouille van Nederlandse SFOR-militairen is ergens in Bosnië in gesprek met de lokale jeugd.

Beeld: NIMH, collectie Staffotografen Directie Voorlichting Ministerie van Defensie

Kleurenfoto. Twee jeeps staan naast elkaar geparkeerd, de linker met de achterkant naar de camera, de rechter met de neus naar de camera. Uit beide jeeps steekt een militair naar buiten die de hand schudt van de ander. Op de motorkap van de rechter jeep en achterop de linker jeep staat in het wit SFOR geschreven. In de achtergrond staat een groepje militairen in camouflage-uniform ernaar te kijken. Op de grond en in de bomen op de achtergrond ligt sneeuw.

Een gemoedelijk samenzijn tijdens operatie Harvest in 2004. De vrouw met de zwarte muts in de achtergrond is geen militair, maar een Bosnische tolk. Naast haar staan een Bulgaarse en twee Nederlandse militairen (met SFOR-badge).

Beeld: NIMH, Sectie Communicatie Landmachtstaf