Duur missie: 15 mei 1997 - 31 augustus 2002
Aantal militairen: 43
Dodelijke slachtoffers: geen
Dapperheidsonderscheidingen: geen

Het communistische regime in Albanië eindigde in 1991. Hierna liet een groot deel van de bevolking zich begin jaren '90 door de ‘snel-rijk’-plannen van doortrapte zakenlieden verleiden. Ongeveer de helft van alle Albanese families raakte gedupeerd door zogeheten piramidespelen. Zij legden de schuld voor hun ellende bij de Albanese regering. Een volksopstand in januari 1997 en het vertrek van de regering op 1 maart was het gevolg. Chaos en wetteloosheid vierden steeds meer hoogtij in de Albanese samenleving.

Oprichting MAPE

De West-Europese Unie (WEU) besloot op 2 mei 1997 tot de oprichting van het Multinational Advisory Police Element (MAPE). MAPE moest de Albanese autoriteiten adviseren op het gebied van de openbare orde, grensbewaking, logistiek en communicatie. Vanaf 12 oktober 1997 zorgde het ook voor de opleiding, training en uitrusting van politieagenten en hield toezicht op het politieapparaat. Dat laatste in het bijzonder tijdens de periode rond de gemeenteraadsverkiezingen van 18 en 19 juni 1998.

ECPA als overbruggingsmissie

De Europese Unie besloot begin 2001 de European Commission Police Assistance in Albania (ECPA) in het leven te roepen. Dit was een overbruggingsmissie tussen MAPE en het nog op te zetten CARDS-programma (Comité Assistance Reconstruction Development and Stabilisation). ECPA wilde de Albanese overheid op strategisch niveau adviseren over politieaangelegenheden. Daarmee zou Albanië op termijn aan West-Europese standaarden kunnen voldoen.

Beeld: NIMH, collectie Digitale Selecties

De Nederlandse marechaussees van MAPE verzorgen niet alleen theorie-, maar ook praktijklessen.

Nederlands aandeel

De Nederlandse regering stelde in mei 1997 drie marechaussees beschikbaar voor MAPE. De eerste officier, een luitenant-kolonel, vertrok op 15 mei. Hij werd hoofd van de Border Police Branch van MAPE, die de autoriteiten adviseren over de organisatie van de grensbewaking moest adviseren. In juli en september 1997 volgden een officier en een onderofficier. Het aantal marechaussees steeg in de loop van 1998 tot negen. Onder hen was een kolonel die naast hoofd operatiën van MAPE ook senior national representative was. De missie eindigde op 31 mei 2001.

Nederlandse politie en marechaussee

Zes West-Europese landen leverden dertien ervaren politieofficieren aan ECPA. Zij werden aangevuld met een ondersteunende staf van twaalf personen. Nederland stelde een civiele politiefunctionaris en een officier van de marechaussee beschikbaar. De laatste werd belast met de strategische ontwikkeling van de basispolitiezorg. De missie eindigde in augustus 2002.

Kleurenfoto, buiten langs de kant van de weg. Een man met snor en zonnebril kijkt naar links buiten beeld, hij draagt een donker pak met een wit koord om zijn linkerschouder. Rechts van hem een wit voertuig met het woord Landrover en het logo van de operatie op de motorkap. In de berm op de achtergrond twee palmbomen en daarachter huizen.

De Nederlandse chef operaties van MAPE in Albanië.

Beeld: NIMH, collectie Staffotografen Directie Voorlichting Ministerie van Defensie

Kleurenfoto, buiten op een parkeerplaats. Vijf mannen zijn met elkaar in gesprek, zij dragen allemaal hetzelfde donkerblauwe pak en witte koorden om hun linkerschouder. Meteen achter hen een wit voertuig, rechts komt een rode auto de parkeerplaats op gereden. Op de achtergrond achtereenvolgens een hek dat overgaat in een muur, de straat en een ander hek.

De Nederlandse chef operaties (midden) in gesprek met andere deelnemers van MAPE in Albanië.

Beeld: NIMH, collectie Staffotografen Directie Voorlichting Ministerie van Defensie