Duur missie: 15 december 1998 - 24 maart 1999
Aantal militairen: 244
Dodelijke slachtoffers: geen
Dapperheidsonderscheidingen: geen
Kosovo kreeg in de Joegoslavische grondwet van 1974 de status van zelfstandiggebied binnen de deelrepubliek Servië. De meerderheid van de Kosovaren was van Albanese afkomst, een kleine minderheid van Servische. De Servische president Slobodan Milošević ontnam Kosovo in 1989 zijn zelfstandige status.
Gewapende strijd
In de jaren daarna verloren de Albanezen alle rechten die het behoud van de eigen taal en cultuur garandeerden. Het nationalistische gevoel waarop Milošević inspeelde en zijn onderdrukkende beleid tegen de Albanese Kosovaren leidden in de jaren ’90 tot een gewapende strijd in Kosovo. Die werd in 1998 zo hevig dat hij omringende landen dreigde mee te sleuren.
Kosovo missie
De VN-Veiligheidsraad besloot op 24 oktober 1998 tot de oprichting van een Kosovo Verification Mission (KVM) en een NAVO-verificatiemissie. Dit met het oog op de snel verslechterende mensenrechtensituatie. De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) leidde die missies.

Beeld: NIMH, collectie Centrum voor Audiovisuele Dienstverlening Koninklijke Marine
Het amfibisch transportschip Hr.Ms. Rotterdam neemt materieel van de Luchtmobiele Brigade aan boord voor de overtocht naar Thessaloniki (Griekenland).
Waarneming vanuit de lucht
De NAVO-verificatiemissie moest in nauwe samenwerking met de KVM waarnemingen verrichten vanuit de lucht. Een Extraction Force (EF) van de NAVO in Macedonië kreeg de taak wanneer nodig de waarnemers van de KVM en personen met een speciale status (zoals diplomaten en belangrijke Kosovaren) in veiligheid te brengen.
Terugtrekking
Toen de KVM-waarnemers door de Joegoslavische autoriteiten steeds meer in hun werkzaamheden werden belemmerd, trok de OVSE ze op 20 maart 1999 uit Kosovo terug. De EF ging op 24 maart op in een French Framework Brigade en werd begin april in de slagorde van de Kosovo Force (KFOR) opgenomen. De in Macedonië gestationeerde eenheden werden in de tussentijd ingezet om humanitaire hulp aan gevluchte Albanese Kosovaren te verlenen.
Beeld: NIMH, collectie Centrum voor Audiovisuele Dienstverlening Koninklijke Marine
Materieel van de Luchtmobiele Brigade staat op de kade van de haven in Vlissingen klaar om ingeladen te worden voor de overtocht naar Thessaloniki (Griekenland).
Nederlands aandeel in Extraction Force
De Nederlandse regering stemde 4 oktober 1998 in met deelname van een geniecompagnie, een helikopterdetachement, een ondersteunende eenheid (National Support Element) en stafpersoneel aan de EF. De Nederlandse regering ging pas 2 maanden later akkoord met de deelname van 30 ongewapende waarnemers aan de KVM en een P-3C Orion-patrouillevliegtuig aan de NAVO-missie.
Geniecompagnie
De geniecompagnie bestond uit 85 militairen en vertrok op 15 december 1998 naar het vliegveld Petrovec, dat nabij de Macedonische hoofdstad Skopje ligt. De compagnie moest daar een kampement en de noodzakelijke infrastructuur opbouwen. De genisten keerden 20 april terug naar Nederland.
Helikopters
Een detachement van 54 luchtmachtmilitairen voegde zich op 14 en 15 januari 1999 met 3 CH-47 Chinook-transporthelikopters bij de genisten in Petrovec. Het aantal militairen in het detachement steeg in enkele maanden tijd tot 146, onder wie ruim 50 militairen voor bewakingstaken. Het detachement werd op 17 mei overgevlogen naar Farkë in Albanië om daar voor de operatie Allied Harbour humanitaire hulp te verlenen.



