Duur missie: 22 oktober 2001 - 28 december 2014
Aantal militairen: 4.056
Dodelijke slachtoffers: geen
Dapperheidsonderscheidingen: geen
Midden jaren negentig was er een nieuwe machtsfactor in Afghanistan opgedoken: de Taliban, een fundamentalistische islamitische beweging. Zij boden onderdak aan Osama bin Laden en diens terreurgroep Al Qaida, die in 2001 aanslagen pleegden in de Verenigde Staten. Toen de Taliban weigerden om Al Qaida uit te leveren, lanceerden de VS een aanval om de Taliban te verdrijven: operatie Enduring Freedom. Toen het Taliban-regime begin december ten val was gebracht, breidden zij hun militaire coalitie langzaam uit.
Voorwaarde voor inzet
In november 2001 vroeg de VS aan Nederland om aan de operatie bij te dragen. Het betrof een aanvraag voor fregatten, mijnenjagers en diverse vliegtuigen. De Nederlandse regering stemde in, op de voorwaarde dat deze niet voor gevechtsdoeleinden zouden worden ingezet en voor een aanvankelijke duur van twaalf maanden.
Beeld: NIMH, collectie Staffotografen Directie Voorlichtingen Ministerie van Defensie
De bemanning van Hr.Ms. Van Galen houdt tijdens Enduring Freedom boten in de Perzische Golf onder schot.
Escortetaken
De fregatten dienden in de Arabische wateren te patrouilleren om escortetaken uit te voeren en om verplaatsingen van terroristische groepen en wapentransporten te signaleren. Enkele maanden later werd besloten om de taken uit te breiden. De commandanten mochten een onderzoeksteam aan boord van een te onderzoeken schip laten gaan, mits de kapitein hiervan zich niet verzette. Enkele jaren later werden ook de bestrijding van Somalische piraten aan het takenpakket toegevoegd. De Nederlanders kampten met veel pech. Een fregat had te kampen met problemen in de voortstuwing, een bevoorradingschip moest een noodreparatie aan de schroefas uitvoeren, terwijl twee matrozen in Djibouti bij een verkeersongeval om het leven kwamen.
Backfill
Voor backfill-operaties in het Caraïbisch gebied, zoals drugsbestrijding, stelde Nederland een fregat, een onderzeeboot en twee Orion-patrouillevliegtuigen beschikbaar. Dit gebeurde vaak in samenwerking met een Belgische Alouette-helikopter. Met name de Hr.Ms. Abraham van der Hulst was succesvol. Tijdens zijn verblijf onderschepte het twee speedboten met in totaal ruim 1.200 kilo cocaïne aan boord en nam het een transport van 4.600 kilo marihuana in beslag.
Beeld: NIMH, collectie Staffotografen Directie Voorlichtingen Ministerie van Defensie
Het boarding team van Hr.Ms. Van Galen is onderweg om op een schip in de Perzische Golf inspectie uit te voeren.
Vliegend materieel
De Nederlandse regering stemde ook in met deelname aan de European Participating Airforces (EPAF). Een Hercules-detachement vloog tientallen transportvluchten tussen Afghanistan en andere landen in Centraal-Azië. F-16’s werden eerst ingezet voor verkenningsmissies, maar met het oog op de inzet van grondtroepen ook voor close air support. Zo was de luchtsteun voor Nederlandse infanterie verzekerd. Het door de Nederlandse regering ingestelde verbod op deelname aan gevechtsoperaties verviel hierdoor. De F-16’s vlogen hun missies altijd in paren en hadden voor het ontzetten van grondtroepen die onder vuur lagen vooral met beweeglijke doelen te maken.
Special Forces
Ook special forces en vier Chinook-helikopters werden ter beschikking gesteld voor Enduring Freedom. De taakgroep diende in een eigen verantwoordelijkheidsgebied in het zuidoosten van Afghanistan verkenningen uit te voeren en inlichtingen te verzamelen. Tijdens het die laatste taak kon de bevolking tevens worden voorbereid op de komst van de ISAF-troepenmacht. Daarnaast konden de special forces worden in gezet voor gevechtsacties tegen de Taliban, Al Qaida en de Hezb-i-Islami.



