Duur: 3 januari 2008 – 8 april 2008
Aantal militairen: 7
Onderscheidingen: geen
Dodelijke slachtoffers: geen
In 1975 brak in Libanon een burgeroorlog uit. Die oorlog was het resultaat van interne spanningen en conflicten. De moslimbevolking was ontevreden over de sociaaleconomisch bevoorrechte positie van de christelijke elite. Er bestond bovendien veel verzet tegen de strakke religieuze verzuiling in de Libanese maatschappij en in de politiek. De christenen ten slotte waren bezorgd over de Palestijnse groepen, die zich langzamerhand als een ‘staat in een staat’ begonnen te gedragen. Onder druk van de Arabische Liga kwam er in oktober 1976 een voorlopig einde aan de burgeroorlog.
Machtsvacuűm
Een Arabische afschrikkingsmacht moest de bewegingsvrijheid van de Palestine Liberation Organization (PLO) beperken en haar onderwerpen aan de Libanese wetten. Israël dreigde echter te zullen ingrijpen als de Syrische troepen ten zuiden van de havenstad Sidon zouden komen. Het machtsvacuűm stelde de PLO in staat vanuit haar bases in Zuid-Libanon aanslagen op Israëlisch grondgebied uit te voeren. In reactie bezette Israël in de nacht van 14 op 15 maart 1979 het Libanese grondgebied tot aan de rivier de Litani. De Libanese regering tekende daarop protest aan bij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN). De raad riep Israël op zich uit Libanon terug te trekken.
Nieuwe inval Libanon
In juli 2006 vielen Israëlische troepen opnieuw Libanon binnen. Zij probeerden voor eens en voor altijd een einde te maken aan de dreiging van Hezbollah, een door Iran gesteunde paramilitaire sjiitische organisatie, tegen de staat Israël. De Israëlische inval bleek echter minder succesvol dan militaire analisten in eerste instantie hadden verwacht. Hezbollah wist zich met succes te verzetten tegen het sterkste leger van het Midden-Oosten. Israël trok zich uiteindelijk terug. De VN-vredesmacht in Libanon (UNIFIL) werd door de VN-Veiligheidsraad sterk vergroot, terwijl het mandaat werd uitgebreid. De troepenmacht moest Zuid-Libanon tegen vijandige handelingen beschermen en het Libanese leger ondersteunen met de terugkeer in het zuiden van het land.
Het Nederlandse aandeel in SSR Libanon
De Nederlandse regering stelde eind 2007 vast dat het Libanese leger (LAF) het verbindende element in een verdeelde samenleving was. Het leger kon de vele taken echter niet aan. Nederland reageerde daarom positief op een verzoek van de LAF om zijn logistieke capaciteit te versterken. Honderd overbodige vrachtwagens werden in februari 2008 aan het Libanese leger geschonken. Vijf Nederlandse militairen reisden naar Libanon om de overdracht te begeleiden. Daarnaast arriveerden in Beiroet in januari 2008 twee Nederlandse officieren die het Libanese leger op logistiek gebied zouden ondersteunen.
