Duur missie: 18 juli 2014 - 1 juli 2015
Aantal militairen: 839
Dodelijke slachtoffers: geen
Dapperheidsonderscheidingen: geen
In het op Rusland georiënteerde Donetsbekken (Donbas) in Oost-Oekraïne woedde sinds april 2014 een burgeroorlog nadat pro-Russische separatisten de onafhankelijkheid van de zelfverklaarde volksrepublieken Donetsk en Loehansk hadden uitgeroepen. Op 17 juli 2014 werd een vliegtuig van Malaysia Airlines, van Amsterdam onderweg naar Kuala Lumpur, boven het oosten van Oekraïne uit de lucht geschoten. Alle 283 passagiers en vijftien bemanningsleden kwamen om het leven. Analisten gingen uit naar een Russische BUK-grondluchtraket, maar Rusland ontkende alle betrokkenheid.
Rol van Defensie
Op verschillende diplomatieke niveaus de weg klaargemaakt voor de ontplooiing van de bergings- en onderzoeksteams in het rampgebied, tot aan de Verenigde Naties en diens Veiligheidsraad aan toe. Twee dagen na de ramp begon de rol voor het Ministerie van Defensie meer vorm te krijgen. De eerste optie, een ‘zware’ militaire delegatie in het rampgebied, bestaande uit versterkte infanteriebataljons en special forces, kwam niet van de grond. Er werd gekozen voor een ‘lichte’ optie, waarbij leden van het Landelijk Team Forensische Opsporing (LFTO) en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) werd toegestaan het gebied te betreden. Ook werd er een liaison in Charkov gevestigd.
Beeld: NIMH, collectie Audiovisuele Dienst Defensie/Mediacentrum Defensie
Motoren van de Koninklijke Marechaussee gaan op Vliegbasis Eindhoven de rouwstoet met de stoffelijke resten van MH17-slachtoffers voor.
Op de rampplek
In de dagen die volgden deden de LFTO- en OVSE-medewerkers meerdere plekken in het rampgebied aan, waaronder de crashsite bij het plaatsje Hrabove. Hier bleek dat de bergingsoperatie van lichamen en materieel in de afrondende fase was. De stoffelijke resten van de slachtoffers waren in een trein koelwagons geladen, die in de nacht van 21 juli naar Donetsk en later naar Charkov reed. Hier werden de resten klaargemaakt voor repatriëring naar Nederland. Een C-130 Hercules van de Koninklijke Luchtmacht en een C-17 Globemaster van de Royal Australian Air Force brachten op 23 juli de eerste veertig kisten naar Vliegbasis Eindhoven. Een rouwstoet onder begeleiding van de politie en de Koninklijke Marechaussee richting de Korporaal van Oudheusdenkazerne in Hilversum.
Gehinderd door gevechten
Intussen werd het duidelijk dat de strijd tussen het regeringsleger en de rebellen een steeds grotere belemmering begon te vormen voor de onderzoekoperatie. Dagenlang probeerden de betrokken partijen het rampgebied te bereiken, maar telkens werden zij daardoor gehinderd door de gevechten. Pas na intensief overleg met het Oekraïense leger en de separatisten kon er zes dagen efficiënt en grootschalig onderzoek worden uitgevoerd op de verschillende locaties. Uiteindelijk werd de operatie opgeschort en bleef een klein detachement achter.
Het vervolg
In februari 2015 werd het detachement weer vergroot voor het voortzetten van forensisch onderzoek en het bergingswerk van persoonlijke eigendommen, stoffelijke resten van de slachtoffers en het bergen van wrakstukken. Na afronding van de bergingsoperaties trad het strafrechtelijk onderzoek meer op de voorgrond. Defensie formeerde een klein taakteam dat was uitgerust met materieel om specialistisch onderzoek te doen op mogelijke afvuurlocaties van het verdachte BUK-afvuursysteem en op de aan- en afvoerroutes daarvan. Twee weken voor de eerste herdenking kwam er een einde aan de buitenlandse inzet van Defensiepersoneel in het kader van de bergingswerkzaamheden en het onderzoek naar het neerschieten van vlucht MH17.
