United Nations Mission in Haïti (UNMIH)

Duur missie: 27 december 1994 - 11 april 1996
Aantal militairen: 325
Dodelijke slachtoffers: geen
Dapperheidsonderscheidingen: geen

De slavenbevolking van Haïti bevrijdde zich in 1804 van het Franse koloniale juk en riep in 1806 de onafhankelijke republiek Haïti uit. Burgeroorlogen en een laag ontwikkelingspeil verhinderden echter dat de Haïtiaanse economie tot bloei kon komen. De politieke leiders zagen hun functie vooral als een winstgevende onderneming.

Democratisering

Corruptie, vriendjespolitiek en politieke moorden waren aan de orde van de dag. Haïti stortte zich eind jaren '80 van de twintigste eeuw in een moeizaam en onzeker democratiseringsproces. Dat liep in december 1990 uit op de verkiezing van de linkse priester Jean-Bertrand Aristide tot president. Met zijn eigenzinnige democratiserings- en hervormingsbeleid joeg deze de zittende elite tegen zich in het harnas. Het leger onder bevelhebber Raoul Cedras zette Aristide in oktober 1991 af.

Handelsverbod

De VN-Veiligheidsraad kondigde op 16 juni 1993 een handelsverbod af. In juli 1994 riep de raad de lidstaten op de terugkeer van Aristide desnoods met geweld af te dwingen. Enkele uren voordat een multinationale troepenmacht tot actie over zou gaan, wisten Amerikaanse onderhandelaars echter een akkoord met de Haïtiaanse machthebbers te bereiken.

VN-missie

De troepenmacht maakte, nadat de rust enigszins was hersteld, plaats voor de United Nations Mission in Haïti (UNMIH). De nieuwe missie moest:

• toezien op de handhaving van de interne stabiliteit en veiligheid in Haïti;

• buitenlandse functionarissen en belangrijke installaties beschermen;

• de autoriteiten steunen bij het scheppen van de juiste voorwaarden voor vrije en eerlijke verkiezingen;

• helpen bij het professionaliseren van de strijdkrachten.