Dinsdag 11 juli 1995, een zwarte bladzijde in de geschiedenis. De Bosnische stad Srebrenica valt, nadat het al enkele dagen onder vuur ligt van het Bosnisch-Servische leger. De enclave Srebrenica, die vanaf het voorjaar van 1993 aangewezen is als safe area en bewaakt wordt door Nederlandse VN-militairen, wordt meedogenloos overlopen door een overmacht aan Bosnisch-Servische militairen. Meer dan 8000 moslimjongens en –mannen worden vermoord. De tragiek van Srebrenica heeft bij duizenden mensen onherstelbare diepe sporen nagelaten.
Beeld: NIMH, collectie Fotoafdrukken Koninklijke Landmacht
Overzichtsfoto van de stad Srebrenica, liggend in een vallei. De foto is genomen in 1995 vanaf een van de omringende bergen.
Burgeroorlog in Joegoslavië
Na afloop van de Koude Oorlog valt het etnisch en religieus verdeelde Joegoslavië uiteen. Wanneer de deelrepublieken Slovenië en Kroatië zich op 25 juni 1991 onafhankelijk verklaren, accepteert de federale regering dit niet. Het door Serviërs gedomineerde Federale Joegoslavische Leger wordt gestuurd om die landen terug in het gareel te brengen. Na Europese bemiddeling volgt een wapenstilstand in Slovenië, maar in Kroatië gaat de strijd door. Als het onafhankelijkheidsstreven zich in het najaar van 1991 uitbreidt naar Bosnië-Herzegovina, waar Bosnische moslims, Bosnische Kroaten en Bosnische Serviërs samenleven, is het hek van de dam.
UNPROFOR
Talloze pogingen van de Europese Unie en de VN om het conflict diplomatiek op te lossen mislukken. Een VN-vredesmacht is het laatste redmiddel. In februari 1992 besluit de VN-Veiligheidsraad tot de uitzending van de United Nations Protection Force: UNPROFOR. De blauwhelmen moeten de door de Serviërs gedomineerde gebieden in Kroatië beschermen. De VN breidt de missie in juni 1992 uit naar Bosnië, omdat de vijandelijkheden daar toenemen.
Beeld: NIMH, collectie Fotoafdrukken Koninklijke Landmacht
Een humanitair konvooi met viertonners van 1 (NL/BE) Transportbataljon van UNPROFOR passeert in augustus 1994 een vouwbrug over de rivier de Neretva nabij Mostar.
Omsingeld
In 1993 beginnen Bosnisch-Servische eenheden een offensief in het oosten van het land. De VN-Veiligheidsraad roept daarop Srebrenica uit tot safe area, een gebied dat op papier beschermd is tegen vijandelijkheden en verzekerd van humanitaire hulp. Later volgen nog vijf andere plaatsen. Het zal nog een jaar duren voordat Nederlandse militairen ter plaatse zijn: de Nederlandse regering moet eerst formeel akkoord gaan met het uitzenden van militairen van 11, 12 en 13 Infanteriebataljon Luchtmobiel, kortweg Dutchbat. In februari en maart 1994 arriveert Dutchbat-I in het door Bosnisch-Servische militairen omsingelde Srebrenica, waar zij een Canadese compagnie aflossen. Respectievelijk in juli 1994 en januari 1995 volgen uitzendingen van Dutchbat-II en Dutchbat-III.
Beeld: NIMH
Een kaart van de enclave Srebrenica. Op de kaart is onder andere duidelijk te zien waar de observatieposten zich rondom de enclave bevinden.
Van kwaad tot erger
Vanwege toenemende bedreigingen, intimidatie en beschietingen richting UNPROFOR-eenheden zet de VN het luchtwapen in. Als reactie hierop gijzelen Bosnische Serviërs VN-personeel en gebruiken zij waarnemers als levend schild. Na bombardementen op hun ‘hoofdstad’ Pale sluiten de Bosnische Serviërs Srebrenica na 26 mei 1995 hermetisch af van de buitenwereld. Vlak daarna nemen zij in het zuiden van de enclave de observatiepost Echo in. Dit gebied wordt een maand later opnieuw door hen aangevallen. Al snel lijkt het erop dat de Bosnische Serviërs de gehele enclave willen innemen.
Dutchbat-III is op dat moment voornemens om te vertrekken, omdat de uitzending ten einde komt. Zij zullen afgelost worden door Oekraïense militairen. Maar nog voor het Nederlandse bataljon de enclave aan de Oekraïners kan overdragen, zetten de manschappen van generaal Ratko Mladić tussen 6 en 11 juli hun definitieve aanval op Srebrenica in.
Beeld: NIMH, collectie Fotoafdrukken Koninklijke Landmacht
Een van de zwaarbeveiligde observatieposten in de enclave is de noordoostelijk gelegen observatiepost Papa. Deze observatiepost wordt vanuit de heuvels geregeld onder vuur genomen door het Bosnisch-Servische leger.
Laatste hoop
Begin juli zijn er nog maar een kleine tweehonderd Nederlandse infanteristen in de enclave die bovendien geen zware wapens hebben. En dat terwijl veertigduizend hongerige en deels bewapenende moslims moeten worden beschermd. De Bosnische Serviërs kunnen niet worden afgeschrikt. Er is maar één hoop: NAVO-luchtsteun. Commandant Dutchbat, Thom Karremans, vraagt hier dan ook meerdere keren om. Pas in de middag van 11 juli vallen twee Nederlandse F-16’s aan, maar het is al te laat om het Bosnisch-Servische offensief nog te stoppen. De luchtsteun laat lang op zich wachten omdat eerst een omslachtige en tijdrovende instemmingsprocedure moet plaatsvinden. Bovendien dreigt Mladić met het doodschieten van gegijzelde VN-militairen en het bombarderen van het bataljonshoofdkwartier.
Beeld: NIMH, collectie Fotoafdrukken Koninklijke Landmacht
Dutchbat-militairen patrouilleren in 1994 in de heuvels in de Srebrenica-enclave. Het gebied kent vele hoogteverschillen.
Een nachtmerrie wordt werkelijkheid
In de avond van 11 juli is de enclave gevallen en omsingelen Bosnisch-Servische eenheden het Nederlandse bataljon en tienduizenden vluchtelingen. Een deel van de moslimbevolking is inmiddels gevlucht en probeert op eigen kracht Centraal-Bosnië te bereiken. De moslimjongens en -mannen die zijn achtergebleven, worden door de Bosnische Serviërs afgevoerd en vermoord. De vrouwen en kinderen worden met bussen overgebracht naar moslimgebied in Centraal-Bosnië.
Dutchbat verlaat uiteindelijk op 21 juli de enclave en keert via Zagreb terug naar Nederland. Een compagnie van 42 Pantserinfanteriebataljon Limburgse Jagers lost een deel van de Nederlandse militairen af en wordt in Simin-Han, een plaats buiten de voormalige enclave, geconfronteerd met moslimvluchtelingen uit Srebrenica, die bij de poort van het kamp hopen op duidelijkheid over het lot van hun naasten.
Beeld: NIMH, collectie Centrum voor Audiovisuele Dienstverlening Koninklijke Marine
De commandant van Dutchbat III, luitenant-kolonel Thom Karremans, spreekt in Zagreb de Dutchbat III-militairen toe nadat het drama zich in Srebrenica heeft voltrokken.
Nalatenschap
De val van Srebrenica en de daaropvolgende genocide zijn een schok voor de internationale gemeenschap. Het drama leidt tot een herbeoordeling van de rol van de VN in vredeshandhaving en humanitaire interventies. De tragedie van Srebrenica zal altijd worden herinnerd als een van de zwartste bladzijden in de geschiedenis van de VN, van Nederland en van de oorlog in voormalig Joegoslavië. Elk jaar op 11 juli worden de slachtoffers herdacht.