Noord-Nederland

De openstelling van de Afsluitdijk in 1933 zorgt voor een nieuwe militaire uitdaging. Vesting Holland is met deze verbinding kwetsbaarder geworden. Het is een mogelijk nieuwe aanvalsroute vanuit het oosten en als de sluiswerken in vijandelijke handen vallen, heeft dat gevolgen voor de gebieden die onder water gezet kunnen worden. Het Ministerie van Defensie besluit om vooral Kornwerderzand, aan de Friese kant van de Afsluitdijk, te versterken. Er worden zeventien moderne bunkers van zwaar gewapend beton gebouwd. De bunkers die in de oostelijke linie liggen, krijgen elk drie kanonnen en twaalf zware mitrailleurs.

De Stelling Kornwerderzand is uniek: in de rest van Noord-Nederland zijn nauwelijks goed versterkte verdedigingswerken te vinden. Ook zijn er te weinig troepen om de grens met Duitsland goed te bewaken. De troepen die wel beschikbaar zijn, hebben twee taken: direct alarm slaan als Duitse troepen de grens oversteken en deze zo lang mogelijk bij de Afsluitdijk vandaan houden. Er komen drie verdedigingslinies: de O-, Q- en F-lijn. De O-lijn ligt vlak langs de grens, waar bij een invasie direct aan de bel moet worden getrokken. De Q-lijn, oftewel de hoofdweerstandslijn, ligt achter een stelsel van kanalen en hier worden bruggen en verkeersknooppunten verdedigd. Om de rechterflank te beschermen is tussen de Hoogeveense Vaart en het IJsselmeer nog een stelling aangebracht, de F-lijn.

Een denderende inval

Op 10 mei, rond drie uur ’s ochtends, vallen de Duitsers op vier plekken Noord-Nederland binnen. Een pantsertrein dendert bij Nieuweschans de grens over om zo snel mogelijk naar Harlingen te rijden. Door de Nederlanders tactisch geplaatste versperringen zorgen ervoor dat de trein al bij Winschoten noodgedwongen moet omkeren. Het zwaartepunt van de aanval ligt op de grens van Drenthe en Overijssel. In twee aanvalslijnen trekken de Duitsers naar het westen: van Coevorden naar Hoogeveen en van Hardenberg naar Meppel. Ook bij Emmer-Compascuum vallen grote aantallen Duitse militairen Nederland binnen, die richting Assen optrekken.

Vergroot afbeelding Zwart-witfoto. Vier Nederlandse militairen, gekleed in lange jassen en helmen op, staan voor een hoge ijzeren constructie, zij houden hun handen omhoog in overgave. Rechts staat een Duitse militair (rug naar de camera) met zijn handen in de zij naar hen te kijken.
Beeld: ©NIMH
Vier Nederlandse militairen van het 1e Grensbataljon bij Coevorden geven zich na urenlang standhouden alsnog over. “De Duitsers waren geweldig woest op ons,” schrijft één van hen later.

Op verschillende plekken worden de Nederlandse militairen in de O-lijn volledig verrast. Al snel is er geen houden meer aan en trekt men zich terug naar de hoofdweerstandslijn. Ruim 230 bruggen worden door de Nederlanders onklaar gemaakt, wat voor de nodige vertraging van de Duitsers zorgt. Ondanks flinke weerstand breken de Duitsers al snel op meerdere plaatsen door de Q-lijn. Slechte verbindingen, gebrek aan manschappen en slechte coördinatie zorgen ervoor dat de Nederlanders al om half elf ’s ochtends het bevel krijgen terug te vallen op de Wonsstelling bij de Afsluitdijk.

Dat laten de Nederlanders zich geen twee keer zeggen: er volgt een chaotische terugtrekking met fietsen, auto’s, bussen en vrachtwagens. De militairen bij de Wonsstelling hebben drie taken: de toegang tot de Afsluitdijk beschermen, het doorlaten van terugtrekkende Nederlandse troepen en voorkomen dat de vijand via de dam verder oprukt. De stelling bestaat uit van hout en aarde gemaakte versterkingen. Door het grondwater kan niet worden ingegraven, dus de versterkingen steken als een soort molshopen boven het maaiveld uit.

Vergroot afbeelding Zwart-witfoto. Een aanhangwagen, bedekt met een zeildoek, ligt half in het water, de achterkant is open, houten kisten drijven eromheen. Op de kant en op de provisorische brug links staan tientallen mensen te kijken, velen van hen zijn militairen. In de achtergrond gebouwen, bomen en drie andere militaire voertuigen.
Beeld: ©NIMH / Losse Fotografische Objecten
Wat nu? Tientallen Duitse soldaten staan wat beteuterd te kijken hoe een aanhangwagen bij Zwartemeer in het water terecht is gekomen.

Wilde verhalen

De Duitse opmars gaat minder snel dan gedacht. Aan het eind van deze tiende mei zijn ze niet verder gekomen dan de lijn Groningen-Assen-Beilen-Steenwijk. Wel hebben ze maar nauwelijks verliezen geleden: slechts vijf gesneuvelden. Op 12 mei zetten Duitse wielrijders de aanval in op de Wonsstelling. Na een Duitse luchtaanval en een artilleriebombardement wordt het vuur geopend en geven de eerste Nederlanders zich meteen over. Hoewel anderen wel weerstand bieden, is de stelling aan het eind van de middag in Duitse handen.

De Nederlanders trekken zich terug naar Kornwerderzand en vertellen de wildste verhalen aan hen die daar in stelling liggen. Deze laten zich niet van de wijs brengen. Reserve-luitenant A.J. Demesmaeker geeft zelfs aan dat de Duitsers maar moeten komen. Kort nadat de versperringen weer zijn gesloten, worden wederom troepen waargenomen. Omdat men geen Nederlanders meer verwacht, wordt het vuur geopend. Het zijn echter wel Nederlandse militairen en er valt een dode. De meeste Nederlanders trekken over de Afsluitdijk verder naar Den Helder, om hier te helpen met de verdediging. Ongeveer driehonderd belanden in krijgsgevangenschap.

Vergroot afbeelding Zwart-witfoto. Vier koeien staan en liggen bovenop een aarden hoop die als veldversterking dient, de schietgaten zijn nog zichtbaar, om de versterking is een hek aangelegd.
Beeld: ©NIMH
Een aantal koeien heeft kort na de Nederlandse capitulatie een prachtig uitzichtpunt gevonden op een voormalige veldversterking van de Wonsstelling.

Vastberaden verdediging

Als de avond valt, bereiken de Duitsers de Afsluitdijk. Het IJsselmeer per boot oversteken is geen optie: in de Friese havens is geen schip te vinden en bovendien vaart de IJsselmeerflottielje, een vlootverband van de Koninklijke Marine, op het meer. Er zit niks anders op dan Kornwerderzand aan te vallen. De ongeveer 225 Nederlanders, onder bevel van kapitein Christiaan Boers, zijn vastberaden de vijand tegen te houden. Twee luchtaanvallen, die nauwelijks schade veroorzaken, sterken hen in die overtuiging. In de vroege ochtend van 13 mei arriveren bovendien enkele stukken luchtdoelgeschut, zodat de Duitse vliegtuigen niet meer ongehinderd de stelling kunnen bestoken.

Op die dag, 13 mei, volgt de serieuze aanval. Zeventig Duitse militairen naderen de stelling. De Nederlanders zijn alert en openen het vuur, zodat de aanvallers weer moeten terugtrekken. In kazemat VI onderscheidt dienstplichtige Pronk zich op een dappere manier. Een losgeschoten luik belemmert het gebruik van het kanon. Terwijl neerslaande granaten voor een schervenregen zorgen, stapt Pronk naar buiten, verlegt het luik en gaat alsof er niks aan de hand is de kazemat weer in.

Vergroot afbeelding Zwart-witfoto. Een bunker in een duinlandschap, boven de ingang staat ‘Ao 1992’ met daaronder ‘VI’, het Romeinse cijfer zes. Op de betonnen buitenkant zijn een paar camouflageschilderingen aangebracht. Helemaal links staat een Nederlandse militair bovenop de duin, in de achtergrond aanlegsteigers in een kleine zeearm.
Beeld: ©NIMH / Losse Fotografische Objecten
Kazemat VI aan de Afsluitdijk bestaat uit gewapend beton van twee meter dik. Dit is een halve tot een hele meter dikker dan de geldende voorschriften.

Enkele uren eerder hebben de verdedigers op Kornwerderzand versterking gekregen van marineschip Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau. Vanaf het schip wordt met een kanon de Duitse artillerie op de kop van de Afsluitdijk beschoten. Zij worden daarmee behoorlijk verrast en vallen die dag niet meer aan. Van het oversteken van het IJsselmeer, waarvoor de Duitse bevelhebber sowieso al niet veel voelt, komt niets meer terecht.

Ongeloof en woede

Als donderslag bij heldere hemel krijgen de Nederlanders op 14 mei het bevel de wapens neer te leggen. Er heerst ongeloof en sommigen hebben moeite hun woede en emoties onder controle te houden. Ook de Duitse militairen reageren verrast als de Nederlandse kapitein Boers de witte vlag hijst. In de dagen die volgen bezetten de Duitsers ook de Waddeneilanden.

De Duitse Wehrmacht weet zonder problemen Noord-Nederland te bezetten, maar slaagt er niet in de Stelling Kornwerderzand in te nemen. Dit komt niet alleen doordat de stelling een van de modernste verdedigingswerken van Nederland is, maar ook door het goede moreel en daadkrachtige optreden van de Nederlanders. De verliezen blijven beperkt: aan beide kanten vallen ruim twintig dodelijke slachtoffers.

Vergroot afbeelding Zwart-witfoto. Een groep van negen militairen staat langs de kant van de weg te overleggen. Sommigen dragen een witte band om hun arm en hoofddeksel. In de achtergrond een militair voertuig en duinlandschap.
Beeld: ©NIMH / Losse Fotografische Objecten
Een Nederlandse en Duitse delegatie ontmoet elkaar op 14 mei bij Kornwerderzand om de wapenstilstand te bespreken. Om te onderstrepen dat ze komen onderhandelen hebben de Duitsers witte banden om hun armen en hoofddeksels.