Cornelis 'John' van Hulzen

Verslaafd aan de adrenaline-rush. Dat kenmerkt de twintiger jaren van John van Hulzen. Wanneer hij zich in november 1925 meldt voor zijn dienstplicht, komt hij terecht op vliegkamp Soesterberg, waar hij begint aan de opleiding tot vlieger. Maar Van Hulzen wil meer uit het leven halen: na het overlijden van zijn beide ouders verlaat hij de militaire dienst zonder afgeronde opleiding en stapt hij de autosport in.

Vergroot afbeelding Zwart-witfoto. Portretfoto van een militair, hij zit naar links gedraaid en kijkt recht in de camera. Hij draagt een donker uniform met zeven grote knopen aan de voorkant, zijn handen op zijn schoot, zijn har is strak naar achteren gekamd.
Beeld: ©NIMH / Collectie Foto Technische Dienst Luchtvaartafdeeling
Sergeant-leerling-vlieger John van Hulzen in 1926.

Turbulent leven

Eerst werkt Van Hulzen in de fabriek van de Franse sportwagenfabrikant Bugatti, maar al snel klimt hij zelf achter het stuur van een raceauto. In de Bugatti T37 maakt hij in 1927 zijn debuut tijdens de Grand Prix van Ouverture in Frankrijk. Zijn racecarrière wordt geen daverend succes. Van Hulzen maakt weliswaar indruk vanwege zijn feloranje Bugatti-bolide, maar tijdens zijn vierde Grand Prix crasht hij en raakt zwaargewond. Een langdurige revalidatie volgt. Wanneer hij eindelijk weer een beetje op de been is, is de oorlogsdreiging voelbaar en wordt Van Hulzen weer opgeroepen voor militaire dienst.

Op de vlucht

Van Hulzen, hoewel inmiddels bijna dertig jaar oud, gaat opnieuw de vliegopleiding in. In mei 1940 maakt hij als reserve-sergeant-leerling-vlieger deel uit van de Elementaire Vliegschool op vliegpark Vlissingen. Dit vliegterrein wordt al in de vroege morgen van de eerste oorlogsdag door Duitse vliegtuigen hevig onder vuur genomen. Op 14 mei volgt de evacuatie van de vliegschool. De 23 lesvliegtuigen, Fokker S.4's en S.9's, vertrekken richting Frankrijk. De eerste bestemming is Berck-sur-Mer. De vlucht verloopt allesbehalve soepel: vanwege gebrek aan voorbereiding, navigatiemiddelen en slechte weersomstandigheden raken veel vliegtuigen verdwaald. Van Hulzen en zijn collega reserve-sergeant-leerling-vlieger Casper Sitters komen in hun Fokker-vliegtuig wel aan.

Defect

De volgende dag krijgen de overgebleven toestellen opdracht de reis te vervolgen naar Chartres. Door dichte mist waaiert de formatie al snel uiteen. Een deel van de toestellen raakt de weg kwijt en strijkt neer op een weiland bij Héricourt, zo ook de Fokker S.9 van Van Hulzen en Sitters. Wanneer zij weer opstijgen, stort hun toestel vanwege motorproblemen neer en gaat in vlammen op. Beide leerlingsvliegers komen hierbij om het leven. Hun lichamen worden in de dagen daarna geborgen. John van Hulzen en Casper Sitters krijgen naderhand op het Nederlands Ereveld Orry-la-Ville in Frankijk hun laatste rustplaats.