Lodewijk Cnopius

De Limburgse beroepsmilitair Lodewijk Cnopius is in mei 1940 als ritmeester (kapitein) commandant van een eskadron bij het Regiment Huzaren. Hij is geliefd onder zijn manschappen. Terwijl hij met zijn eenheid in Apeldoorn gelegerd is, zit zijn vrouw Jacoba thuis in Wassenaar met hun dochter Hansje en zoon Kees.

Vergroot afbeelding Zwart-witfoto. Portret van een militair, hij kijkt naar links buiten de camera. Hij draagt een donker uniformjas met touwtjes als versiersels, aan de kraag zijn aan weerszijden twee zeshoekige sterren aangebracht, op de borst draagt hij een rij van zes medailles.
Beeld: ©NIMH / Fotoafdrukken Koninklijke Landmacht
Eerste luitenant der Huzaren Lodewijk Cnopius, ca. 1937.

Huzaren in terugtocht

Als op 10 mei 1940 de oorlog begint en de Duitse troepen Nederland in hoog tempo binnentrekken, moet Cnopius zich snel met zijn eskadron in westelijke richting terugtrekken. Het gaat in de volgende oorlogsdagen via Voorthuizen, Terschuur, Nijkerk en de kazerne in Soesterberg naar uiteindelijk kasteel De Haar in Haarzuilens. Eenmaal daar aangekomen, komt aan het eind van de middag van 14 mei het bericht van de capitulatie binnen.

Onmacht

Dit zorgt voor veel consternatie en teleurstelling onder de manschappen. Het nieuws valt ook bijzonder slecht bij Cnopius. Sterker nog: er knapt iets bij hem. Cnopius zit met de staf van zijn eskadron in een boerderij tegenover het kasteel. Tegen de avond komt een ordonnans binnen met het bericht van de capitulatie. Ooggetuigen zeggen dat de ritmeester vrijwel direct daarna de boerderij verlaat en het tuinpad oploopt. Kort daarna klinkt één enkel schot: Lodewijk Cnopius heeft zichzelf van het leven beroofd.

Een luitenant verklaart later dat Cnopius na het horen van het nieuws helemaal is ingestort. Voor zijn gevoel heeft hij ontzettend gefaald en kan hij niet leven met de capitulatie. Daarom maakt hij de drastische keuze zichzelf van het leven te beroven.

Vergroot afbeelding Zwart-witfoto. Drie hoge militairen staan naast een pantserwagen, zij dragen alle drie een witte band om hun pet, de linker heeft meerdere koorden om zijn rechterschouder. De middelste militair houdt papieren in zijn handen, die hij achter zijn rug heeft, ook de rechter heeft de handen op de rug. Vanuit de pantserwagen steekt een vierde militair met zijn hoofd en een arm naar buiten door het openstaande luik. In de achtergrond een boom en linksachter het dak van een huis.
Beeld: ©NIMH / Fotoafdrukken Koninklijke Landmacht
Prins Bernhard (midden) praat tijdens een oefening in september 1937 met Lodewijk Cnopius, die in de pantserwagen zit.