Piet Boon
Bloemist Pieter Boon en zijn geliefde Margaretha Engeman worden op 28 september 1918 in Zandvoort de gelukkige ouders van zoon Piet Boon. Hij groeit op als enig kind. Een carrière in de bloemensector ziet hij niet zitten. Hij volgt een opleiding tot elektricien. Wanneer de twintigjarige Boon zich moet melden voor zijn dienstplicht geeft hij de genie op als voorkeursplaatsing. Desondanks wordt hij bij de Luchtvaart Afdeeling ingedeeld. Dit is best verrassend want Boon is behoorlijk lang van stuk.

De aanval wordt ingezet
Boon is nog steeds onder de wapenen wanneer de Duitse inval op 10 mei 1940 begint. Als sergeant-telefonist stapt Boon op deze dag in de Fokker T.5 met registratienummer 854. Hij lost een collega af die al een aantal vluchten heeft gemaakt. Even later stijgt de 854 op vanaf vliegveld Ruigenhoek. Samen met twee andere Fokkers, begeleid door D.21 jagers, wordt naar vliegveld Waalhaven gevlogen. Dit Rotterdamse vliegveld is al veroverd door de Duitsers en moet worden gebombardeerd. Direct nadat de bommen zijn afgeworpen, worden ze aangevallen door Duitse jagers. Slechts één Fokker weet de dans te ontspringen, de andere twee worden bij Oud-Beijerland (Hoekse Waard) neereschoten. Hierbij komen alle bemanningsleden, op één na, om het leven. Ook Boon sneuvelt. Hij wordt slechts 21 jaar oud.
Laatste rustplaats
Boon wordt in eerste instantie begraven op de algemene begraafplaats in de gemeente Numansdorp, waar hij samen met een aantal andere gesneuvelden in een graf ligt. Uiteindelijk vindt hij op 28 september 1973 zijn laatste individuele rustplaats op het Militair Ereveld Grebbeberg in de gemeente Rhenen. Piet Boon komt ook voor op het ‘Gedenkteken Luchtvarenden’ te Soesterberg.