Pieter Buitelaar
De 27-jarige Pieter Buitelaar is inmiddels verloofd wanneer in mei 1940 de oorlog uitbreekt. Tot een huwelijk zal het echter nooit komen. Als de nog thuiswonende zoon van een veehouder in Alphen aan den Rijn wordt vechten voor het vaderland ineens de roeping van de jonge dienstplichtige.
De invasie begint
Wanneer de oorlog begint bevindt Buitelaar zich vrij dicht bij huis. Hij maakt deel uit van het IIe Bataljon van het 4e Regiment Infanterie dat is gelegerd in Noordwijk-Binnen. Duitse luchtlandingstroepen landen in de vroege morgen van 10 mei op en om vliegveld Valkenburg. Het landingsterrein wordt door hen al snel bezet. Kort nadat de aanval bekend wordt, krijgt Buitelaars bataljon de opdracht naar het vliegveld te marcheren om het te heroveren. Het gaat eerst richting Katwijk aan den Rijn, met de compagnie van Buitelaar voorop. Nog voordat ze hier aankomen wordt de colonne door Duitse vliegtuigen onder vuur genomen. Hoewel niemand sneuvelt, slaan de paarden op hol en gaat een deel van het materieel verloren, waardoor de verbindingen te wensen overlaten.
Gevecht om elke meter
Ondanks het oponthoud van de vliegtuigen, lukt het Buitelaar en zijn kameraden om een kanaal over te steken en naar Katwijk door te stoten. Daar blijkt dat de Duitsers zich al in het dorp verschanst hebben. Voordat het IIe Bataljon naar het vliegveld kan oprukken, moet dus eerst Katwijk worden gezuiverd van vijandelijke troepen.
In de omgeving van de Kerkstraat komt het tot langdurige confrontaties met Duitse parachutisten. Langzaamaan lukt het de Nederlanders om de Duitsers terug te dringen naar het dorpje Valkenburg. II-4 RI krijgt vervolgens de opdracht om zich op het zuiveren van dit dorp te concentreren.
Pieter Buitelaar maakt dat allemaal niet meer mee. Kort nadat zijn eenheid Katwijk is binnengedrongen, sneuvelt hij tijdens de gevechten. Op de Gemeentelijke Begraafplaats van Woubrugge vindt Buitelaar zijn laatste rustplaats. Hier deelt hij nog altijd een gezamenlijk graf met zijn beide ouders.
