De in 1907 in Amsterdam geboren Wilhelmus (Willy) Faber is een sportieve knaap. Hij onderscheidt zich op het voetbalveld als talentvol keeper. 

Gewaardeerde keeper

Faber vervult zijn dienstplicht bij de infanterie, waar hij het schopt tot sergeant-titulair. Zijn dienstplicht zit er pas anderhalve maand op of hij meldt zich alweer bij de krijgsmacht. Dit keer vrijwillig, omdat hij officier wil worden. Nadat hij zijn opleiding op de Koninklijke Militaire Academie in 1930 heeft afgerond, blijft hij nog jaren in actieve dienst. Daarna keert hij terug naar Amsterdam voor zijn maatschappelijke carrière. Hij gaat voetballen bij SV Kampong in Utrecht. Hij kent daar een korte, maar krachtige keeperscarrière die zijn sporen heeft achtergelaten. Faber onderscheidt zich namelijk zowel binnen als buiten het veld. Want hoewel hij in Amsterdam woont, slaat hij bijna geen wedstrijd over, wat hem op veel waardering komt te staan. “Bravo, Willy!” jubelt het jaarverslag van zijn team hierover. Bovendien eindigt hij met Kampong 4 in zijn tweede en tevens laatste jaar op de tweede plaats in de competitie. In 1937, als hij 30 jaar is en in Amersfoort woont, trouwt Faber met de 25-jarige Francien Krot.

Beeld: © NIMH / Fotoafdrukken Koninklijke Luchtmacht

Reserve-eerste luitenant-waarnemer Wilhelmus Faber in 1938.

‘Lodewijk’

Faber komt midden jaren dertig weer terug in militaire dienst. Hij wordt bij de Luchtvaartafdeeling (LVA) opgeleid tot waarnemer. Tijdens de mobilisatie van 1939-1940 is Faber, inmiddels 1e Luitenant, eerst nog in Soesterberg geplaatst. Drie dagen voor de invasie wordt zijn eenheid, de met Douglas 8A uitgeruste 3e Jachtvliegtuig Afdeeling (JaVA), naar vliegveld Ypenburg overgeplaatst. Hij vliegt als waarnemer en boordschutter op de Douglas-bommenwerper met de registratie 381. Het toestel wordt bestuurd door reserve-eerste luitenant-vlieger Pieter Tako Bierema, een goede vriend van Faber.

Een ongelijke strijd

Meteen na het begin van de Duitse aanval op 10 mei 1940 kiezen Bierema en Faber het luchtruim. Ze leiden een patrouille van drie vliegtuigen met de codenaam 'Lodewijk'. Eerst proberen ze de Duitse vliegtuigen in formatie te bestoken, maar dat blijkt onbegonnen werk. Het is al snel ieder voor zich. De Douglas is te traag en onvoldoende wendbaar tegen de Duitse jachtvliegtuigen. Toch weten ze het nog enige tijd uit te houden. Even is er nog wat radiocontact met Ypenburg, maar daarna wordt het stil. Het toestel van Faber en Bierema blijkt schade te hebben opgelopen, vooral aan het landingsgestel. Twee keer probeert Bierema het vliegtuig met een noodlanding aan de grond te krijgen, beide keren mislukken. Drie Duitse jachtvliegtuigen, de Messerschmitts, zetten vervolgens met succes de aanval in: boven de Noordzee stort de Douglas in zee. Zowel Faber als Bierema komen hierbij om het leven. Postuum wordt aan beide mannen het Vliegerkruis toegekend.

Met dank aan Erna Stolk, archivaris van SV Kampong