Wanneer Witius Henrik de Savornin Lohman in 1976 wordt gevraagd om de nieuwe Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK) te worden, weet hij dat het geen eenvoudige klus wordt. Hij volgt niemand minder op dan prins Bernhard: een man met een grote naam, veel gezag en een enorme staat van dienst. Zelf is hij minder bekend, en dat merkt hij meteen. Binnen de muren van het IGK-kantoor op de Zwaluwenberg in Hilversum wordt hij gezien als een indringer. Toch neemt De Savornin Lohman de uitdaging aan. Want dienen zit in zijn bloed.
Beeld: NIMH, collectie Fabri
Portretfoto van luitenant-generaal der cavalerie jonkheer Witius Henrik de Savornin Lohman. De Savornin Lohman is IGK van 13 september 1976 tot 1 augustus 1980.
Militair uit een dienende familie
De Savornin Lohman, onder vrienden bekend als ‘Wite’, komt uit een adellijke familie met een lange traditie in dienstbaarheid. Zijn moeder is hofdame van koningin Wilhelmina, zijn vader werkt als ordonnansofficier aan het hof. Als jonge man kiest hij na zijn dienstplicht bewust voor de krijgsmacht. In de meidagen van 1940 dient hij als cadet-vaandrig bij het 2e Regiment Huzaren. Tijdens de bezetting wordt hij als krijgsgevangene afgevoerd naar Neurenberg. Na de oorlog pakt hij zijn militaire loopbaan opnieuw op.
Een carrière vol dienstbaarheid
De Savornin Lohman bouwt na de oorlog gestaag verder aan een indrukwekkende carrière. Hij is commandant van een tankeskadron, hoofdofficier toegevoegd aan de voorzitter van het militair comité van de NAVO in Washington, hoofd opleidingen bij de KMA en werkt later in de personeelssector van de landmacht. Hij blijft klimmen in rang, ontvangt diverse onderscheidingen en wordt in 1974 voorzitter van de personeelsraad van het ministerie van Defensie. Dat geeft hem als luitenant-generaal een goede positie om in 1976 de overstap naar Inspecteur-Generaal te maken. Maar de timing is lastig: de Lockheed-affaire dwingt prins Bernhard tot aftreden, en het instituut IGK staat onder grote politieke druk.
Beeld: NIMH, collectie Fotoafdrukken Koninklijke Landmacht
Sfeerbeeld vanuit de officiersmess van 101 Tankbataljon, Regiment Huzaren Prins Alexander (RHPA). In het midden zit toenmalige bataljonscommandant luitenant-kolonel jonkheer De Savornin Lohman pijp te roken. Rechts naast hem zit ritmeester Mertens. De foto is gemaakt tussen november 1965 en november 1967.
De moeilijke erfenis van prins Bernhard
Wanneer De Savornin Lohman aan zijn nieuwe functie begint, merkt hij meteen dat hij niet welkom is bij alle medewerkers. Velen hebben jarenlang met prins Bernhard gewerkt en zijn trouw aan hem gebleven. De nieuwe IGK kiest daarom voor een voorzichtige aanpak. Hij luistert, observeert en voert geleidelijk veranderingen door. Zo weet hij het stafteam via natuurlijk verloop van 51 naar 28 mensen terug te brengen, zonder harde ingrepen. Zijn grootste opdracht is echter het redden van het instituut zelf.
Beeld: NIMH, collectie Fabri
In de vier jaar dat hij IGK is, gaat De Savornin Lohman talloze keren op werkbezoek. Hier is hij, de tweede van links, in gesprek met twee officieren en een werktuigkundige.
Strijd om het voortbestaan
Door het schandaal rond prins Bernhard willen linkse politici van het instituut IGK af. Ze zien het vooral als een overblijfsel van oude macht en overbodige luxe. Rechtse politici willen het juist behouden. De Savornin Lohman komt met een krachtig advies, namelijk dat ‘het van grotere wijsheid zou getuigen om het instituut te laten bestaan’. En dat gebeurt. In maart 1980 neemt Minister van Defensie Willem Scholten zijn advies over. Het IGK-schap blijft bestaan, en dat is te danken aan De Savornin Lohmans rustige leiderschap en strategisch inzicht. De combinatie van zijn Haagse netwerk, het bieden van een luisterend oor en het inkrimpen van de staf zorgt ervoor dat hij de politieke leiding weet te overtuigen van de waarde van het instituut. Ook onderstreept De Savornin Lohman dat elke organisatie te maken heeft met dilemma’s en dat een onafhankelijke dienst juist dan goed van pas komt. Zijn opvolger, generaal-majoor Bob de Geus, zegt: ‘Generaal De Savornin Lohman heeft niet alleen een heel moeilijke periode weten te overbruggen, maar ook weer een hecht fundament gelegd onder het instituut IGK.’
Beeld: NIMH, collectie Fabri
De IGK (rechts) schudt de hand van een onderofficier, die ook werkzaam is voor het instituut.
Olie in de militaire machine
De Savornin Lohman ziet de IGK niet als een machtspositie, maar als een smeermiddel. ‘Die machine [de krijgsmacht, red.] is groot en moet gesmeerd lopen’, vindt hij. Soms is het genoeg om iemand de juiste richting op te wijzen. Soms moet er geluisterd worden. En soms helpt het gewoon als mensen even kunnen ‘uithuilen’, zoals hij het zelf noemt, ook als daar geen positieve uitkomst tegenover staat.
Een afscheid met gemengde gevoelens
Kort na het officiële besluit om het instituut te behouden, zit zijn termijn erop. ‘Jammer’, zegt hij bij zijn afscheid, ‘dat ik na die jaren van onzekerheid van die beslissing niet meer de volle vruchten kan plukken’. Toch verlaat hij zijn post met opgeheven hoofd. Hij heeft de storm doorstaan, het instituut behouden, en een onmisbare bijdrage geleverd aan de stabiliteit hiervan.