Locatie: Gröditz, deelstaat Saksen, Duitsland.
Functie: papierfabriek, respectievelijk ijzergieterij en staalfabriek.
Datum aankomst eerste Nederlanders: augustus 1943.
Nationaliteiten: Sovjet-Unie, Nederland.
Aantal Nederlandse gevangenen: ongeveer 80.
Datum bevrijding: 23 april 1945 door Sovjettroepen.
In Gröditz, een klein Duits stadje even ten oosten van Mühlberg, bevinden zich twee Arbeitskommandos. Een groep van ongeveer tachtig Nederlanders werkt in de houtpulpfabriek van Kübler & Niethammer en de staalfabriek Mitteldeutsche Stahlwerke (MDSW) AG.
Tuchthuisboeven
De beide Arbeitskommandos vallen onder het Schattenlager Stalag IV-a Hohnstein. De fabriek Kübler & Niethammer verwerkt hout tot cellulose, of houtpulp. Die wordt voor de oorlog vooral gebruikt voor het maken van papier. Tijdens de oorlog dient de cellulose ook als grondstof voor springstoffen en voor de productie van spiritus. Een van de Nederlanders die begin augustus 1943 met ongeveer vijftig anderen in Gröditz belandt, is soldaat Marinus Lens. ‘Toen we binnenkwamen sloegen de Duitsers stijl achterover. Ze hadden de gedachte een stelletje tuchthuisboeven te zien en daar kwamen ‘ganz anständige Leute’, aldus Lens. ‘Het Lager lag op het fabrieksterrein en was, behoudens dat het een ware gevangenis was, keurig in orde. Stoomverwarming, douches en een aparte slaapzaal. Ook het eten was er goed.’
Lange werkdagen
De werkzaamheden zijn pittig. Vooral het laden van wagons met papierrollen, die tussen de 70 en 80 kilo wegen. De eerste tijd mogen ze het gelukkig met twee man per rol tillen. Ook in Gröditz zijn de dagen lang. De werktijden waren van 08.00 uur tot 12.00 uur en van 13.00 uur tot 17.00 uur. De week daarop van 13.00 tot 17.00 uur en van 18.00 tot 22.00 uur. Komt er met de avondtrein van 21.00 uur nog werk, dan moet deze ploeg er weer heen om de wagons leeg te maken. ‘Het is in de drukke tijd wel gebeurd dat we drie wagons per dag losten (iedere wagon is plus minus 20 tot 25 ton, leeg in 4 uur met 4 man, dat is dus per man 15 ton per dag vertillen). Als het ‘s nachts 3 tot 4 uur werd was dat niets bijzonders. Bij voorkeur op zondagnacht! Maar ‘s morgens moesten we op tijd op appel verschijnen en moesten dan om 06.30 uur op. Daarna kon je wel weer naar bed, maar dat gebeurde niet gauw. Want ’s morgens kwam de post, of wat ook heel belangrijk was, pakketten uit Holland’, aldus Lens.
Hoogovens
Op 7 februari 1944 worden de Nederlanders van het Arbeitskommando Kübler & Niethammer overgeplaatst naar het Arbeitskommando Mitteldeutsche Stahlwerke (MDSW), ook in Gröditz. De MDSW is een grote staalfabriek met hoogovens die onder meer kanonslopen, granaten, locomotiefwielen en verwarmingsbuizen produceert. Het Lager van de Nederlandse krijgsgevangenen bevindt zich op tien kilometer van de fabriek in het plaatsje Lichtensee, waardoor er dagelijks ook nog eens een fikse reistijd van ruim twee uur bij komt.
Sovjet-krijgsgevangenen
Soldaat Lens heeft meer moeite met de arbeidsomstandigheden bij de MDSW. Die zijn aanzienlijk slechter dan voorheen. ‘We dachten dat we het op de papierfabriek slecht hadden gehad, maar dat bleek nog een zevende hemel te zijn, bij wat nu kwam.’ Lens ziet ook dat de Sovjet-krijgsgevangenen het nog veel beroerder hebben. ‘Er werkten veel Russen, die in een groot kamp bij de fabriek leefden (van wonen is geen sprake!). Als we die ellende zagen dachten we altijd aan de mooie propaganda van het nazidom en we noemden dit ook ‘een rotte wereld gaat ten onder’. De ellende hier is niet te beschrijven. Kinderen van 16 jaar moesten de hele dag of nacht in de fabriek werken. Meisjes werden goed behandeld als ze met een Duitser gingen en als mijnheer een slechte bui had rammelde hij ze af.’
Eerste werken, dan protesteren
De Nederlandse krijgsgevangenen realiseren zich maar al te goed dat zij voor de oorlogsproductie worden ingeschakeld. ‘De conventie van Genève schrijft echter voor: eerst werken en dan protesteren’, zo schrijft Lens. ‘Wij werkten een dag en protesteerden toen. Het protest ging naar de Zweedse gezant in Duitsland, die de Nederlandse belangen behartigde. Het richtte niets uit. (...). We waren verkocht en moesten wel blijven werken onder regelmatig schrijven van protesten. Ik werd aan de machinebank gezet en moest daar granaten draaien.’ Maar helemaal zonder resultaat zijn de protesten niet, al is de uitkomst niet waar de protestanten op hopen.. De Duitse autoriteiten plaatsen de Nederlanders namelijk vanuit het Arbeitskommando MDSW over naar andere Arbeitskommandos, waaronder die van metaalwarenbedrijf HASAG in Leipzig. Ook hier worden ze voor de oorlogsproductie ingeschakeld.
Stadion
De gebouwen van de houtpulpfabriek van Kübler & Niethammer aan de Waldweg in Gröditz worden kort na de oorlog gedeeltelijk gesloopt om plaats te maken voor een stadion. De resterende panden gaan kort na het einde van de Koude Oorlog tegen de vlakte. De meeste fabrieksgebouwen van MDSW aan de Riesaer Strasse 1 te Gröditz zijn nog steeds als ijzergieterij in gebruik.