Locatie: Colditz, deelstaat Saksen, Duitsland.
Functie: officierskamp.
Datum ingebruikname: 30 oktober 1939.
Nationaliteiten: Frankrijk, Groot-Brittannië, België, Polen, Joegoslavië, Nederland, Sovjet-Unie, Verenigde Staten, Denemarken.
Aantal Nederlandse gevangenen: 68.
Datum bevrijding: 16 april 1945 door Amerikaanse troepen.

Vanaf november 1940 tot mei 1943 heeft Oflag IV-c de functie van Sonderlager, een kamp voor notoire ontsnappers uit andere kampen. De vluchtgevaarlijke groep Nederlandse erewoordweigeraars komt in juli 1941 in de massieve burcht aan en verbleef er tot haar overplaatsing in juni 1943.

Beeld: NIMH, collectie J.G.M. van Hoppe

Het park van Oflag IV-c Colditz is het decor van drie Nederlandse ontsnappingen in de herfst van 1941.

Twee binnenplaatsen

Het slot kent veel verschillende gebouwen, die rondom twee binnenplaatsen in de vorm van een acht zijn opgetrokken. De gebouwen rondom de eerste binnenplaats,Deutscher Hof genaamd, vormen de Kommandantur. Hier verblijven de commandant, de administratie, de Abwehr en een gedeelte van de bewaking. De binnenplaats heeft twee uitgangen: één leidt naar het naastgelegen park, de ander naar het tweede deel van het slot waar de krijgsgevangenen waren ondergebracht.

Tralies

Een volgende poort geeft toegang tot een binnenplaats van veertig bij dertig meter, omringd door gebouwen van vier verdiepingen hoog. Alle ramen zijn voorzien van ijzeren tralies. Omdat de kleine binnenplaats onvoldoende ruimte biedt, worden de gevangenen dagelijks buiten de vestingmuren gelucht. Onder bewaking lopen zij dan via de Deutscher Hof naar het park aan de achterkant van het slot. Hier ligt een grasveld, omheind met een prikkeldraadversperring en bewaakt door een aantal schildwachten. Het park zelf is omringd door een drie meter hoge muur.

Beeld: NIMH, collectie J.G.M. van Hoppe

Luitenant-ter-zee der tweede klasse Diederik baron van Lynden (links) en ritmeester Evert Steenhouwer na hun mislukte poging om als ‘Duitse officieren’ te ontsnappen uit Colditz in december 1941.

Televisieserie

Na de oorlog dient het slot lange tijd als ziekenhuis en verpleeghuis. Enkele jaren na de val van de Muur in 1989 is het complex ingrijpend gerestaureerd. Tastbare kenmerken van het verleden als Oflag, zoals de tralies voor de ramen, zijn daarbij verdwenen. Vanwege het grote aantal naoorlogse publicaties, maar vooral door de Britse televisieserie Colditz uit 1972-1974, heeft de geschiedenis van deze burcht bij het - voornamelijk Britse - publiek bijna mythische vormen aangenomen.

Zweefvliegtuig

De voormalige Kommandantur is nu in gebruik als jeugdherberg. Het voormalige krijgsgevangenengedeelte is ten dele toegankelijk voor het publiek. Hier is een gedeelte ingericht als museum dat specifiek de rol van Colditz als krijgsgevangenkamp belicht. In de slotkapel is de Franse ontsnappingstunnel nog te zien. Op de zolder van de kapel bevindt zich een replica van het zweefvliegtuig dat in 1944-1945 door de Engelsen is gebouwd.

  1. Zwart-witfoto. Drie mannen staan op het bordes voor een openstaande deur. Ze dragen alle drie militaire uniformen met wijde broeken, leren laarzen en riemen. Alle drie dragen ze een riem om hun middel en schuin over de borst.
    Tweede luitenant Tonny Luteijn (midden) weet op 5 januari 1942 samen met de Britse lieutenant Airey Neave uit Colditz weg te komen. De foto is gemaakt in Oflag VIII-c Juliusburg.
  2. Zwart-witfoto. Een groep van zeven mannen staat in formatie, ze dragen allemaal lange overjassen. In het midden is het hoofd van een pop te zien, die verkleed is in een militair uniform.
    De pop ‘Kobus’ vult de gelederen op tijdens het dagelijkse appel in Colditz in het najaar van 1941.