Locatie: Kobierzyn, Polen.
Functie: manschappenkamp met de functie van Straflager.
Datum ingebruikname: 3 mei 1942.
Nationaliteiten: Sovjet-Unie, Nederland, Frankrijk, België
Aantal Nederlandse gevangenen: circa 460.
Datum bevrijding: Op 15 september 1944 wordt het kamp opgeheven.
De eerste barakken van het Stalag 369 Kobierzyn, gelegen in het Generaal-Gouvernement, komen vanaf de zomer van 1941 beschikbaar en worden bewoond door Russen en Polen die met de bouw van het kamp zijn belast. In mei 1942 volgt de officiële ingebruikname. Het complex is vanaf de oprichting bedoeld als strafkamp voor werk weigerende Franse en Belgische onderofficieren.
Beeld: NIMH, collectie J. Mojet
Veel onderofficieren blijven volharden in hun weigering om te gaan werken. Als tuchtmaatregel verdwijnen zij naar Stalag 369 Kobierzyn, dat in de praktijk weinig weg heeft van een strafkamp.
Minder streng regime
Stalag 369 is relatief groot met een oppervlakte van zo’n 25 hectare, onderverdeeld in meerdere door prikkeldraad afgescheiden sectoren. In het Vorlager, bestaande uit twaalf barakken, worden krijgsgevangenen ondergebracht waarvoor een minder streng regime geldt. Zij hebben toestemming om om af en toe het kampterrein te verlaten voor het uitvoeren van licht werk in de omgeving. In dit deel van het kamp worden vanaf oktober 1943 de Nederlandse krijgsgevangenen ondergebracht. Het is de Nederlanders niet toegestaan contact met de krijgsgevangenen van andere nationaliteiten te onderhouden.
Persoonlijke ervaring
Sergeant Willem Hamakers doet verslag van zijn aankomst in Stalag 369 Kobierzyn: ‘Het is een geweldig groot kamp, waar, naar we later horen, 4800 Fransen en 200 Belgen in verblijven. Eerst wordt de handbagage geïnspecteerd en worden we gefouilleerd. Dat gebeurt streng, maar ik raak niets kwijt. Per 60 man worden we in houten barakken gelegerd en krijgen de marsverpleging van die dag, 1/3 brood en een flinke schijf leverpastei. Dat is een meevaller. Ik eet alles op. Die nacht slapen we allen geweldig.’
Beeld: NIMH, collectie J. Mojet
Een briefkaartje van sergeant Cornalis Matthes vanuit in Stalag 369 Kobierzyn aan zijn ouders. Hij stuurt het ter ere van hun trouwdag. De tekening links heeft hij er zelf op getekend.
Nederlandse gevangenen
Begin oktober 1943 komt een groep van ongeveer dertig werk weigerende Nederlanders in Kobierzyn aan. Zij zijn op 2 oktober 1943 vertrokken uit Stalag XVIII-c Markt Pongau. In januari 1944 volgt versterking met ongeveer honderd werk weigerende onderofficieren afkomstig uit Stalag IV-b Mühlberg. Met deze groep is de Nederlandse bezetting vrijwel compleet. Opvallend in dit Stalag zijn de kleine barakken van de Nederlanders. Per barak is ‘slechts’ plaats voor zestig krijgsgevangenen.
Kou lijden
De onderkomens zijn vanwege de strenge winters voorzien van dubbele wanden en dubbele ramen. Doordat ze op korte paaltjes staan heeft de wind vrij spel onder de vloeren en kan het flink tochten en erg koud worden in de barak. Om dit tegen te gaan leggen de Nederlanders in de winter van 1943 zandwallen rondom de barakken aan. Het is opmerkelijk dat de Duitsers dit toestaan, omdat immers bij het graven van tunnels en het opslaan van vrijkomende grond onder de barakken het vrije zicht aan de Duitse bewakers zou worden onttrokken.
Beeld: NIMH, collectie Krijgsgevangenschap en kampen, 1942 – 1945
In 1943 en 1944 geven de gevangenen in Stalag 369 Kobierzyn en Stalag XI-b Fallingbostel respectievelijk de tijdschriften Luister Eens Uit en De Windroos uit.
Opmars Rode Leger
Vanaf eind juli 1944 wordt duidelijk dat het Stalag 369 Kobierzyn vanwege de opmars van het Rode Leger moet worden ontruimd. Op 5 augustus vertrekken de eerste groepen Fransen, op 13 augustus gevolgd door de Nederlanders. Ze komen na een lange treinreis op 17 augustus aan in Stalag IV-b Mühlberg.
In herinnering
Tegenwoordig herinnert een monument pal ten zuidwesten van het voormalige kampterrein aan het voormalige Stalag 369. Van het eigenlijke kamp resteert alleen nog de bluswatervijver in het bosperceel ‘Las Borkowski’ en de straat Żywiecka die over de toenmalige kampweg loopt.