Ferdinand Franz Seiferth wordt geboren op 18 februari 1918. Hij brengt zijn jeugd door in Wenen, samen met zijn moeder Maria en twee oudere zussen, Mary en Elsa. Hun vader is afwezig en hun leven is verre van gemakkelijk. Ze wonen in een krap, vochtig appartement, en de problemen worden alleen maar groter als zijn middelste zus Mary tuberculose krijgt. Het overleven vereist zware inspanningen, zelfs van de zieke Mary, die net als haar moeder als naaister in een fabriek werkt. De kinderen, ook Ferdinand, moeten al jong geld verdienen. Op twaalfjarige leeftijd werkt Ferdinand als ober. Daarnaast gaat hij ook gewoon naar school.
Beeld: © Privécollectie nabestaanden Ferdinand Seiferth
Ferdinand Seiferth op de motor in 1938.
Kans
Rond 1930 krijgt Ferdinand een kans om het harde leven in Wenen achter zich te laten. Via een vriendin ontmoet Ferdinands moeder Franz Victor Treipl, de van oorsprong Oostenrijkse eigenaar van het Grand Hotel Lembang, een luxueus etablissement bij Bandung op Java, Nederlands-Indië. In Nederlands-Indië lukt het Treipl niet om voldoende ervaren en betrouwbare medewerkers te werven, dus zoekt Treipl oplossingen in Oostenrijk. Hij doet zowel Ferdinand als Mary een aanbod om in zijn hotel te komen werken. Ze zullen alles wat ze kennen achter zich moeten laten, inclusief hun moeder Maria en hun zus Elsa. Maar het door economische crisis getroffen Oostenrijk van begin jaren 1930 biedt weinig toekomst voor kinderen uit arme families, dus ze accepteren Treipls aanbod. Terwijl Mary direct met Treipl meegaat, wordt het vertrek van Ferdinand uitgesteld, waarschijnlijk totdat hij zijn school heeft afgemaakt.
Affaire
Op de boot naar Java krijgt Mary een affaire met haar baas Franz Treipl en hieruit wordt Victor Treipl geboren, het neefje van Ferdinand. Franz’ vrouw Hilda wil eerst niks van Mary of Victor weten, maar uiteindelijk geeft ze toe aan het verzoek van Franz om Mary en Victor te adopteren en in de familie Treipl op te nemen. Nadat Ferdinand in het hotel is aangekomen, wordt ook hij als een familielid behandeld. Voor de kleine Victor is hij ‘Oom Ferdi’.
Beeld: © Privécollectie nabestaanden Ferdinand Seiferth
Ferdinand Seiferth op de motor in 1938.
Verademing
Het leven in het Grand Hotel Lembang moet een verademing zijn geweest voor Ferdinand. Lembang ligt hoog in de bergen, heeft daardoor een erg prettig klimaat en staat bekend als een kuuroord. De arbeidsomstandigheden zijn voor Ferdi ook aanzienlijk beter dan in Wenen. Hij wordt als manager verantwoordelijk voor de eetzaal, waarbij hij leidinggeeft aan de djongossen, de mannelijke bediendes. Door zijn relatief hoge positie kan Ferdinand zich al op twintigjarige leeftijd een eigen motorfiets veroorloven, waarmee hij graag door de omgeving rijdt. Een grote luxe voor iemand die in armoede is opgegroeid. Misschien dat Ferdinand wel last heeft van heimwee, maar het helpt ongetwijfeld dat de eigenaar en andere medewerkers van het hotel Oostenrijks zijn en dus dezelfde taal spreken.
Noodlot
Op 12 december 1939 slaat het noodlot toe. Ferdinands zus Mary sterft aan tuberculose. Ferdinands levenslange vertrouweling is verdwenen. Slechts een week later overlijdt ook zijn baas Treipl aan de gevolgen van hartkwalen, wat een extra last legt op de schouders van Ferdinand. En meer tegenslag volgt. Als op 10 mei 1940 de meeste mannelijke Duitse en Oostenrijkse staatsburgers in Nederlands-Indië geïnterneerd worden, is Ferdinand in Bandung inkopen aan het doen voor het hotel. Hij wordt ter plekke gearresteerd. Samen met twee andere Oostenrijkse familieleden van het hotel wordt hij in een kamp op het eiland Onrust, ten noorden van de kust van Jakarta, opgesloten. Vanaf daar wordt hij overgebracht naar Lawé-Sigalagala, in Noord-Sumatra. Op 19 januari 1942 komt Ferdinand op drieëntwintigjarige leeftijd om bij de ramp met de Van Imhoff. Hij wordt erg gemist door zijn neefje Victor. Over de jeugd van haar vader Victor Treipl en zijn familie schreef diens dochter Birgit Treipl een indrukwekkend boek, 'Schuilen tussen bamboe'.