Friedrich Wilhelm Hering wordt geboren op 6 oktober 1899 in Blücherthal, een dorp ten westen van Wiesbaden in Duitsland. In september 1921 start hij met zijn opleiding aan de Nederlandse Zendingsschool in Oegstgeest. Hij slaagt in 1925 voor deze opleiding en wordt op 8 juli in de Rotterdamse Laurenskerk geordend. In september vertrekt hij naar Gunung Meriah, in Noord-Sumatra in Nederlands-Indië. Zijn eerste taak voor het Nederlands Zendingsgenootschap verricht hij bij de Batak.

Huwelijk

Friedrichs verloofde Anna Maria Helene Frickenschmidt komt op 28 september 1926 per stoomschip Johan de Witt aan in Indonesië. Kort na haar aankomst trouwen zij en Friedrich op 29 oktober 1926 in Medan, Noord-Sumatra.

Beeld: © Utrechts Archief, collectie Foto’s van de Raad voor de Zending van de Nederlandse Hervormde Kerk

Portret van Friedrich Hering.

Sulawesi

In 1927 worden Friedrich en Helene overgeplaatst naar Poso, Centraal-Sulawesi. Hij werkt op het ressort samen met H.J. Wesseldijk, een ervaren zendeling, maar vanaf 1930 vervult hij de taak in Poso alleen. Tijdens hun verlof in 1932 keert het echtpaar terug naar Europa. Hier wonen zij de 135ste jaarvergadering van het Nederlands Zendingsgenootschap bij. Hering is één van de sprekers en vertelt over zijn werk onder de Toradja’s in Poso en houdt een warm pleidooi voor de volmaking van de medische zending aldaar. Op basis van informatie uit de zendingsalmanak 1933 lijkt het aannemelijk dat ze tijdens dat verlof (1932-1933) ook in Bückeburg, Schaumburg-Lippe verblijven. Mogelijk hebben Helene of Friedrich hier familie wonen.

Politiek versus geloof

Collega’s van Hering typeren hem als een zeer ‘Duits’ iemand. Natuurlijk vroom, goed in zijn werk en standvastig, die een hiërarchische werkhouding aanneemt. Dit blijkt een verschil te zijn met de aanwezige Nederlandse zendelingen. Het bemoeilijkt in sommige gevallen de samenwerking enigszins. Rond 1938 merken ze ook dat de Duitse politieke verhoudingen van invloed lijken te zijn op de onderlinge samenwerking. Sommige zendelingen hebben zich specifiek antinazistisch geprofileerd, anderen doen dit niet. Hoewel politiek ondergeschikt is aan het geloof, lijkt het erop dat er onder deze zendelingen in die tijd hierover zeker wel discussies hebben plaatsgevonden.

Beeld: © Utrechts Archief, collectie Foto’s van de Raad voor de Zending van de Nederlandse Hervormde Kerk

Overplaatsing

Eind jaren dertig groeien de meningsverschillen tussen Hering en Kruyt (de voorzitter van de zendingsconferentie) en in 1940 laat Hering aan het zendingsbestuur weten dat hij na zijn verlof niet meer naar Poso wil terugkeren. Hij vraagt dus een overplaatsing aan. Zover komt het niet, want in mei 1940 wordt hij als Duitse staatsburger geïnterneerd. Eerst in kamp Sasaran, Noord-Sulawesi en later in het centrale interneringskamp in Noord-Sumatra.

Briefkaart

Daar typt hij op 27 maart 1941 vanuit blok A/4 een briefkaart naar zijn vrouw Helene:

“Mijne liefste Helene, Het heeft de afgelopen dagen flink geregend en er heerst een verschrikkelijke muggenplaag. Je kunt nergens zitten of staan, je wordt voortdurend gebeten door muggen. De laatste tijd ben ik niet op mijn best: hoofdpijn en spierkrampen, neuralgische aangezichtspijn en duizeligheid wisselen elkaar vaak af. Ik kan kinine nu moeilijk verdragen en er is geen atebrine. Na 8 jaar in de tropen te hebben doorgebracht, verlang ik te veel naar het koelere Europese klimaat. Maar deze oorlog treft ons zwaar. Internering van Europeanen in de tropen is immers moeilijk te noemen. Destijds stuurden de Engelsen de meeste Duitsers naar Shanghai voor verder transport naar Europa. Dit is een humane daad die we moeten erkennen van onze vijanden. We hebben hier ook Duitsers die, in september zijn aangekomen, en vanuit Singapore naar Nederlands-Indië zijn gevlucht en toch zijn geïnterneerd. Niemand ontkomt aan het lot dat voor hen bestemd is. Na de eerste drie maanden kregen velen van ons de Immanuelkalender. Met hartelijke groeten, jouw Wilhelm”.

Friedrich Wilhelm Hering komt op 42-jarige leeftijd om bij de scheepsramp met de Van Imhoff.

Beeld: © Utrechts Archief / Utrechts Archief, collectie Foto’s van de Raad voor de Zending van de Nederlandse Hervormde Kerk

Friedrich Hering en zijn vrouw Helene Frickenschmidt ten tijde van hun huwelijk in 1926.

Helene

Helene krijgt toestemming om op Sulawesi te blijven. Ze gaat bij de familie Perdok in Korowalelo, Centraal-Sulawesi, wonen. De inboedel van hun huis wordt op 30 december 1940, op last van de Wees- & Boedelkamer publiekelijk verkocht. De tijd in Korowalelo is zwaar voor Helene. Ze trekt zich vaak terug, ook als er mensen langkomen. Rond maart 1941 krijgt Helene bericht dat ze alsnog naar een interneringskamp wordt overgebracht. De zendelingen proberen via de zendingsconsul om Helene in een kamp met bekenden te laten plaatsen. Uiteindelijk vertrekt Helene op 16 april 1941 uit Korowalelo. De avond ervoor komt de gezaghebber langs om te melden wat zij aan spullen mee mag nemen. Hij wist nog niet waar Helene naar toe zou gaan. De volgende dag ontvangt de familie Perdok een brief, hierop staat Blitar, Oost-Java, maar deze is doorgestreept en vervangen met Salatiga, Midden-Java. Zou de zendingsconsul toch iets hebben kunnen regelen?

Na de oorlog

Helene reist, samen met vele andere Duitse vrouwen en kinderen, per ms Indrapoera in 1947 terug naar Europa. Op 3 juli komt het schip in Rotterdam aan, waarna de reis per trein richting Duitsland verder gaat. Helene reist naar Düsseldorf, waar ze bij haar broer Wilhelm gaat wonen. Ze overlijdt in 1967. Het echtpaar heeft geen kinderen.