Heinrich Meckel wordt op 26 januari 1879 geboren in Diez, een klein Duits stadje in Rijnland-Palz. Hij is opgeleid tot metselaar en werkt, voordat hij in 1914 naar Azië vertrekt, bij een bedrijf in Keulen. Daar neemt hij deel aan de onsuccesvolle verdediging van de Duitse kolonie Tsjingtao (China). Van november 1914 tot december 1919 verblijft hij er in een krijgsgevangenkamp.
Beeld: © Privécollectie nabestaanden Heinrich Meckel
Heinrich Meckel (tweede van rechts) met zijn vrouw Naesa en hun kinderen.
Ondernemend
Na zijn gevangenschap vertrekt hij naar Nederlands-Indië waar hij aan de slag gaat bij Wichers & Co in Sepandjang (bij Soerabaja). Heinrich is een ondernemende man: vanaf 1935 is hij eigenaar en directeur van Beton- en Tegelfabriek H. Meckel aan Dinoyo 59 in Surabaya.
Met gekamde haren
Samen met zijn Javaanse vrouw Naesa, woont hij in een groot huis, pal naast de fabriek. Heinrich en Naesa krijgen vijf kinderen. Volgens zijn zoon Fritz is zijn vader streng, maar redelijk. ‘We moesten altijd netjes aan tafel zitten, met gekamde haren’, vertelt hij. ‘En we moesten netjes ons bord leeg eten.’ Zijn zus Elisabeth vult aan dat ze vooral niet achter het huis in de kali (rivier) mochten zwemmen ‘want dan werd hij boos’. Heinrich behoudt de Duitse nationaliteit, bemoeit zich niet met politiek en is een enthousiast lid van de Deutsche Verein waar hij schaakt en kegelt. Heinrich houdt van de Duitse keuken, zingt graag Die Lorelei en spreekt Duits met zijn kinderen. Elisabeth: ‘Maar onderling spraken we Nederlands, hoor, net als op school’.
Beeld: © Privécollectie nabestaanden Heinrich Meckel
Heinrich Meckel (tweede van links) met andere leden op de Duitse Verein van Surabaya.
Moederloos
In 1937 verlaat moeder Naesa om onbekende redenen het gezin. Fritz gaat als jongste met haar mee, maar wordt weer teruggebracht naar Surabaya omdat er in het dorp geen school is. Heinrich is te druk met de fabriek en besluit zijn kinderen, op de oudste na, in een weeshuis in Surabaya onder te brengen. Hier bezoekt hij zijn kinderen trouw.
Nederlandse militairen
Elisabeth herinnert zich de dag nadat haar vader werd weggehaald nog goed. De directrice van het weeshuis waar zij woont, brengt haar met de auto naar het huis van haar vader naast de fabriek. Haar vader heeft ze helaas niet meer gezien, maar de Nederlandse militairen die het ouderlijk huis en de fabriek in beslag nemen, ziet ze nog steeds voor zich. Het huis en de fabriek worden drie maanden later door de Commissie van Rechtsverkeer in Oorlogstijd verkocht; de familie heeft nooit iets van de opbrengst ontvangen.
Beeld: © Soerabaijasch Handelsblad
Verkoopadvertentie van de betonfabriek van Heinrich Meckel, zomer 1940.
Internering
Heinrich is op 10 mei 1940 samen met zijn oudste zoon Hein geïnterneerd in kamp Ngawi en daarna op het eiland Onrust, voor de kust van Batavia. Uiteindelijk zijn zij met 2400 anderen geïnterneerd in kamp Lawe Sigalagala bij Medan, op Sumatra. Op 19 januari 1942 verdrinkt hij, een week voor zijn 63e verjaardag, tijdens de ondergang van de Van Imhoff. Zijn zoon Hein is eind 1941 op transport gesteld naar kamp Dehra Dun in Brits-Indië en overleeft de oorlog. Hij komt in 1947 terug naar Surabaya, waar hij onder onduidelijke omstandigheden om het leven komt..
Duitse familie
Uiteindelijk vertrekken drie van de vijf kinderen naar Europa, waar zij begin jaren zestig van een Duitse tante horen dat hun vader aan boord van de Van Imhoff is omgekomen. Hoewel ze van Nederland hun nieuwe thuis maken, is het bij hun Duitse familie in Diez waar de kinderen van Heinrich zich weer onderdeel van een familie voelen.
Haar drie broers nemen uiteindelijk de Nederlandse nationaliteit aan, maar Elisabeth voelt zich nog altijd nauw verwant met haar Duitse achtergrond. Onlangs heeft zij haar Duitse paspoort opnieuw verlengd.
Beeld: © Privécollectie nabestaanden Heinrich Meckel
Dochter Elisabeth (zittend links) met één van haar broers en hun kinderen.