Paul Friedrich Hermann Karl Danzmann wordt geboren in het Duitse Hohenhameln op 27 augustus 1889. In het nabijgelegen Hannover volgt hij een opleiding tot werktuigbouwkundig ingenieur. Tijdens zijn werk aan boord van een schip wordt hij ziek en wordt hij op het eiland Nias (ten westen van Sumatra) aan land gezet. Kort daarna breekt de Eerste Wereldoorlog uit en is het voor Duitsers onmogelijk om Nederlands-Indië te verlaten. Paul vestigt zich op Sumatra.

Zwart-witfoto. Portretfoto van een man. Hij draagt een wit overhemd en kijkt serieus naar de camera. Zijn haar is gekamd, maar zit in een kuif, op zijn kin heeft hij een ringbaardje.

Beeld: © Privécollectie nabestaanden Paul Danzmann

Portret van Paul Danzmann.

Goudzoeker

Paul zit niet stil. Uit verhalen en krantenartikelen komt hij naar voren als een avontuurlijke man. Hij werkt als goudzoeker, maar is ook een gepassioneerd planten- en dierenverzamelaar en voorziet dierentuinen in Europa van groot wild, zoals olifanten en katachtigen. Daarnaast heeft hij voor een Noord-Amerikaans botanisch onderzoeksstation de stamvorm van de dadelpalm onderzocht. Hij werkt ook een tijd als mecanicien in een eigen werkplaats in Padang, een bedrijf dat echter in augustus 1917 failliet wordt verklaard.

Paul ontmoet een Batak-vrouw, wiens naam onbekend is, met wie hij twee kinderen krijgt: dochter Maria (15 oktober 1914) en zoon Karl (29 augustus 1916). De kinderen krijgen de Duitse nationaliteit; of de ouders getrouwd zijn is niet bekend. Om onbekende redenen keert de moeder begin jaren twintig terug naar haar geboortedorp. Paul blijft achter met twee jonge kinderen.

Rust

Na bemiddeling van zijn familie in Duitsland trouwt hij ‘met de handschoen’ met Katharina (‘Käthe’) Zabel uit Uhrsleben (Duitsland). Zij komt, in gezelschap van haar moeder, in 1922 naar Nederlands-Indië. Het wordt een gelukkig huwelijk en Katharina brengt een zekere mate van rust in het leven van het gezin. Paul werkt als technisch manager en procuratiehouder van een natuurrubberfabriek bij Medan. Het gezin woont aan de Prins Hendrikstraat in Medan. De Duitse achtergrond van Paul en Katharina wordt thuis levend gehouden door het vieren van Duitse tradities. Op kerstavond worden Duitse specialiteiten gegeten, zoals ‘krapfen’ (donuts) en kerststollen. Ook Pasen wordt uitgebreid gevierd. De familie heeft zowel Duitse als Nederlandse vrienden en bezoekt Duitse verenigingen. Paul heeft in die tijd ook een kas waar hij orchideeënvariëteiten kruist.

Duits internaat

Paul en Katharina vinden het belangrijk dat hun zoon Karl zijn opleiding krijgt in Duitsland, Karl moet zich Duitser voelen. In januari 1931 vertrekken Paul, Katharina en Karl (Maria bleef waarschijnlijk in Medan) naar Europa, in juli van dat jaar keren zij zonder hun zoon weer terug. Karl is dan veertien jaar en blijft achter in Duitsland, waar hij in een internaat woont en naar de middelbare school gaat. Ondanks zijn Duitse nationaliteit heeft hij er zich, mede door zijn huidskleur, altijd een buitenstaander gevoeld. Op 1 augustus 1936 keert ook hij terug naar Medan.

Beeld: © Privécollectie nabestaanden Paul Danzmann

Paul Danzmann met zijn tweede vrouw Käthe, haar moeder en zijn kinderen Maria (rechts) en Karl. Foto uit eind jaren twintig.

Verhuizing

Eind jaren dertig wordt Paul beheerder van de nieuwe elektriciteitscentrale in Prapat en Balige. In de Sumatraanse kranten verschijnt een advertentie waar het gezin de inboedel van het huis in Medan te koop aanbiedt, mogelijk vanwege een verhuizing naar een nieuw huis in Aek na Oeli, in de buurt van het Tobameer. Zoon Karl gaat als onderhoudsmonteur werken in een hotel aan het Tobameer en woont in Prapat.

Gevangenschap

Op 10 mei 1940 is Paul thuis en Karl aan het werk in het hotel als beiden door politiemensen worden opgepakt. Ze worden geïnterneerd in kamp Pematang Siantar op Sumatra. Hoewel ze vlakbij zitten, weet de familie niet waar ze heengebracht zijn. Later volgt gevangenschap in het verzamelkamp Lawé Sigalagala op Sumatra. In december 1941 wordt Karl aan boord van de Ophir naar Dehra Dun verscheept, zijn vader blijft in het kamp achter.

Reddingsboot

In het interneringskamp maakt Paul kennis met Karl Seemann, een Duitse handelsman uit Bandjermasin. Op 19 januari 1942 maken zij deel uit van de groep van 477 burgergeïnterneerden aan boord van de Van Imhoff. Als het schip vergaat, zorgt de veel jongere Seemann ervoor dat Paul, inmiddels 53, in de reddingsboot terechtkomt. Seemann zit op één van de vlotten die aan de reddingsboot vastzit. Soms wordt er van positie gewisseld. Na drie dagen varen komen ze op Nias aan, waar ze bij de lokale bevolking onderduiken. Als de Japanners op het eiland arriveren, wordt er met hen samengewerkt. Karl Seemann spreekt behoorlijk Japans en ook Paul kan zich in die taal een beetje verstaanbaar maken.

Beeld: © Privécollectie nabestaanden Paul Danzmann

De familie Danzmann rond een klein kerstboompje. Van links naar rechts: zoon Karl, dochter Maria, Paul Danzmann, zijn vrouw Käthe en haar moeder.

'Bevriende natie'

Over het lot van Katharina en hun dochter in de periode na 10 mei 1940 is weinig bekend. Uit een briefkaart van 27 januari 1942 aan Paul blijkt dat zij waarschijnlijk in beschermingskamp Tjibadak op Java gevangen zitten. Of zij in april 1942, na de Japanse bezetting, als onderdanen van een ‘bevriende natie’ weer naar Aek na Oeli terugkeren, is onduidelijk. In de familie gaat het verhaal dat Paul en zijn vriend Karl Seemann naar het Tobameer afreizen. Daar ontmoet Seemann de dochter van Paul en Katharina; kort daarop trouwen ze. Zij vertrekken kort na de oorlog naar Pforzheim en enige tijd later naar Zwitserland.

Tevreden en teruggetrokken

Paul en Katharina keren in 1949 terug naar Uhrsleben, het dorp waar Katharina vandaan komt. Na 1963 ligt Uhrsleben in Oost-Duitsland en is het niet meer mogelijk om naar het westen te reizen. Paul werkt er als beheerder van de spaarbank en helpt bij natuurbehoud. Hij houdt bijen, heeft een moestuintje en leeft met Katharina een tevreden en teruggetrokken leven; van de mogelijkheid om naar het Westen te verhuizen maakt hij geen gebruik.

Nergens thuis

Ook Pauls zoon Karl overleeft de oorlog. Hij keert na de oorlog terug naar Indonesië, gaat in Jakarta werken voor een Brits bedrijf en ontmoet daar midden jaren 1950 Isadora Teunissen, zijn latere echtgenote. In 1963 vestigen zij zich, met hun dochter, in Nederland. Hij gaat elk jaar met zijn gezin op een speciaal visum naar Uhrsleben om zijn vader en moeder te ontmoeten. Karl is getraumatiseerd door de oorlog en worstelt de rest van zijn leven met zijn identiteit: hij voelt zich geen Duitser, maar ook geen Nederlander of Indonesiër. Hij is ontheemd en voelt zich nergens thuis.

Beeld: © Privécollectie nabestaanden Paul Danzmann

Paul Danzmann in 1958 in Uhrsleben, Oost-Duitsland.

Bijzondere ontmoeting

Een heel bijzondere ontmoeting vindt plaats wanneer de inmiddels gepensioneerde Paul Danzmann voor het eerst bij zijn zoon in Nederland op bezoek wil komen. Hij dient daarvoor een verblijfsvergunning aanvraag in bij de vreemdelingenpolitie in Ede. De dienstdoende ambtenaar herkent Paul van naam en gezicht als één van de Duitse geïnterneerden aan boord van de Van Imhoff. De ambtenaar blijkt matroos aan boord van de Van Imhoff te zijn geweest.

Paul overlijdt in 1974 in Uhrsleben, zijn zoon Karl overlijdt in 2001.