Werner Engelhardt wordt in 1904 geboren in Siam, het huidige Thailand, waar zijn vader als ingenieur werkzaam is. De jonge Werner treedt in zijn vaders voetsporen en vertrekt aan het begin van de jaren twintig naar Duitsland, waar hij aan de Universiteit van Heidelberg wordt opgeleid tot ingenieur. Na het afronden van zijn opleiding wordt hem bij de Nederlands-Indische Gasmaatschappij een baan aangeboden. Dat hij, volgens zijn dochter, vloeiend Nederlands spreekt zal daar vast een rol bij gespeeld hebben.

Beeld: © Privécollectie nabestaanden Werner Engelhardt
Portret van Werner Engelhardt uit 1932.
Huwelijk
In 1927 vertrekt hij aan boord van het ss Johan de Witt naar Nederlands-Indië en vestigt zich in Semarang. Al snel wordt hij verliefd op de zeventienjarige Bertha Droste, bij wiens familie hij inwoont. Kort na haar achttiende verjaardag, trouwen zij in 1931 in de Rooms-katholieke kerk in Semarang. Op 14 april 1933 wordt hun dochter Gertrude (‘Trudy’) geboren. Het gezin woont aan de Gombal in Semarang. In mei 1935 vertrekt hij met zijn gezin aan boord van het ss Christiaan Huygens op groot verlof naar Europa. In Europa bezoekt het gezin familie in Zwitserland en Duitsland. Op 26 december zijn ze weer terug in Tandjong Priok. Op 4 augustus 1936 wordt hun zoon Günther geboren, op 18 januari 1938 gevolgd door hun tweede zoon Gerhard.
Mooie jeugd
Werners dochter Trudy heeft herinneringen aan een mooie jeugd. Het gezin van de inspecteur van de gasmaatschappij woont in een groot huis, heeft kindermeisjes en er worden leuke kinderfeestjes georganiseerd. Wel heeft de familie zorgen om Engelhardts schoonmoeder, oma Droste, die aan reuma lijdt. Trudy slaapt bij haar oma op de kamer om het kapokmatras van haar oma met boeken te verstevigen als de reuma opspeelt.
Beeld: © Privécollectie nabestaanden Werner Engelhardt
Verbijstering
Hoewel het hele gezin de Duitse nationaliteit heeft, speelt Duitsland in het dagelijks leven geen rol van betekenis. Trudy herinnert zich haar vader als een erg vriendelijke man die accentloos Nederlands spreekt, ook thuis. Veel van zijn vrienden en collega’s weten niet eens dat hij Duitser is. Ook is hij, in Trudy’s woorden, ‘not politically inclined’. De verbijstering is dan ook groot als Engelhardt op 10 mei 1940 plotseling wordt opgepakt. Zijn dochter vertelt jaren later: ‘Er kwam een auto, een aantal soldaten stapte uit en nam hem mee. Hij zei nog ‘Dag!’ tegen ons en vertrok. Ik heb hem nooit teruggezien.’ Haar moeder bezoekt haar man in Ambarawa en Werner schrijft brieven waarin hij zijn vrouw oproept de jongens op te voeden tot ‘gezonde jongemannen’.
Beeld: © Privécollectie nabestaanden Werner Engelhardt
Bertha (midden) met haar kinderen. Links Günther, rechts Trudy en baby Gerhard zit op schoot bij zijn moeder (1938).
Internaat
Voor Trudy en haar broertjes verandert alles. Zij hebben de Duitse nationaliteit en worden kort na de arrestatie van hun vader naar een internaat in de heuvels bij Semarang gestuurd. Tijdens hun verblijf daar moeten de kinderen Duits spreken, kniebuigingen maken en ‘Grüss Gott’ zeggen. De Duitse vrouwen die het internaat leiden zijn erg strikt, vertelt Trudy, het is een soort kazerne. De kinderen slapen op een slaapzaal. Bertha, die inmiddels de Nederlandse nationaliteit terug heeft weten te krijgen via een contact bij de gasmaatschappij, haalt haar kinderen er na twee maanden weer weg. Ze trekken in bij opa en oma in Jogyakarta.
Beeld: © Privécollectie nabestaanden Werner Engelhardt
Werner en Bertha Engelhardt zijn in 1936 met dochter Trudy op bezoek bij Werners ouders in Duitsland.
Rode stempel
Vanaf 1941 ontvangt Bertha nog een aantal briefkaarten van haar man uit kamp Kuta Cane, Blok A, barak 8. De kaarten dragen allemaal een rode stempel met ‘Censored’ erop. In januari 1942 gaat Werner aan boord van de Van Imhoff voor verplaatsing naar Brits-Indië. Hij zal er nooit aankomen. Maanden later ontvangt zijn echtgenote in Yogyakarta een bericht over zijn vermissing op zee en enige tijd later het overlijdensbericht.
Armband
Als de Japanners in 1942 de macht overnemen in Nederlands-Indië komen Bertha, haar ouders en haar kinderen in een ‘vreemdelingenkamp’ waar mensen van verschillende nationaliteiten ondergebracht zijn. Bertha krijgt een armband waarop staat dat zij de Duitse nationaliteit heeft, en kan zo het kamp in en uit lopen. Op die manier kan zij voor haar zieke moeder blijven zorgen. Na de oorlog en de daarop volgende Indonesische onafhankelijkheidsstrijd, vertrekt het gezin naar Nederland. Bertha ontvangt tot haar dood een pensioen van de gasmaatschappij.