Wilhelm Moritz Werner Wohl vertrekt op aandringen van zijn vader midden jaren dertig naar Nederlands-Indië, waar hij in Surabaya aan de slag gaat bij staalbedrijf Schlieper. Het Duitse staalbedrijf, dat bekend wordt met de fabricage van de Solinger-messen, heeft verschillende vestigingen in Nederlands-Indië. Het moederbedrijf is gevestigd in Remscheid, Noordrijn-Westfalen, waar de familie Wohl niet ver vandaan woont in de stad Wermelskirchen.
Beeld: © Privécollectie nabestaanden Werner Wohl
Portretfoto van Werner Wohl.
Werner verlaat Duitsland op aandringen van zijn vader Kurt Wohl, die hem snel zal volgen om in Nederlands-Indië zijn artsenpraktijk voort te zetten. Dat is hem in Duitsland onmogelijk gemaakt, omdat hij joods is, ook al staat Kurt zelf als protestant ingeschreven. Voor Kurt en zijn zoon wordt het steeds onveiliger in Europa vanwege de opkomst van het nazisme in Duitsland. Nederlands-Indië lijkt een veilig heenkomen te zijn. Verzoeken om zich tot Nederlander te naturaliseren zijn om financiële redenen in mei 1940 nog niet gerealiseerd.
Marga
Op 14 mei 1936 trouwt Werner met de Nederlandse Margaretha (Marga) ten Hoet. Zij is als vierjarige in januari 1918 naar Nederlands-Indië gekomen, samen met haar broer en haar moeder, die in Batavia als stenograaf bij de Volksraad werkt. De Volksraad is een in 1918 opgericht adviesorgaan van de koloniale overheid, waarin behalve Nederlanders ook Indonesiërs van verschillende etnische achtergronden vertegenwoordigd zijn. Marga wordt na het behalen van haar diploma lerares in Batavia. Werner en Marga vestigen zich na hun huwelijk in Surabaya, waar in maart 1939 hun zoon Hans wordt geboren. Werner schrijft zijn zoon niet in bij het Duitse consulaat, zoals gebruikelijk is na een geboorte bij Duitse immigranten in het buitenland.
Beeld: © Privécollectie nabestaanden Werner Wohl
Marga en Werner Wohl.
Vertrouwen
Op 10 mei 1940 worden Werner en zijn vader opgepakt en geïnterneerd vanwege hun Duitse afkomst. De joodse achtergrond van Wohls vader verandert daar niets aan. Een verzoek om tot Nederlander te worden genaturaliseerd kan niet meer worden behandeld. Hoe en waar zij worden opgepakt is niet bekend. Wel dat Werner en zijn vrouw elkaar tijdens zijn internering regelmatig schrijven. Hun zoon Hans heeft de stapel kaarten bewaard die zijn vader schreef. Daaruit spreekt vooral vertrouwen op een goede afloop en de hoop elkaar snel weer te zullen zien. Ook drukt Werner zijn vrouw op het hart hun zoon Nederlands op te voeden. Werner en Kurt verbleven in het ‘anti-nazi’-blok in het interneringskamp in Lawé-Sigalagala op Sumatra.
Beeld: © Privécollectie nabestaanden Werner Wohl
Pril geluk: Werner en Marga Wohl met hun pasgeboren zoon Hans in het voorjaar van 1939.
Nergens thuis
Voor Marga breekt een lastige tijd aan. Ze wordt niet langer geaccepteerd door de Nederlandse gemeenschap vanwege haar huwelijk met een Duitse man, maar ze voelt zich als Nederlandse ook niet thuis onder de achtergebleven Duitse vrouwen. Omdat het huis en de bezittingen in Surabaya in beslag zijn genomen en het inkomen van Werner is weggevallen, trekt zij met haar zoon Hans in bij haar moeder in Bandung.
Van Imhoff
Na het uitbreken van de oorlog met Japan op 8 december 1942 worden de Duitse geïnterneerden naar Sibolga verplaatst om vandaaruit per schip naar Brits-Indië gebied te worden gebracht. Werner en zijn vader vertrekken met het derde en laatste schip, de Van Imhoff. Vader en zoon zijn al ingescheept als Kurt plotseling van boord wordt gehaald, omdat aan wal dringend een arts nodig is. Het schip verlaat de haven zonder hem. Werner Wohl is 37 jaar als hij op 19 januari 1942 om het leven komt bij de ramp van de Van Imhoff. Vader Kurt blijft gedurende de Japanse bezetting in Nederlands-Indië wonen. Na de oorlog keert hij terug naar Duitsland. Zijn schoondochter Marga hertrouwt en verlaat Indonesië in 1956 om met haar gezin in Nederland te gaan wonen.
Beeld: © Privécollectie nabestaanden Werner Wohl
Drie generaties Wohl in Surabaya in 1939. Van links naar rechts Hans, Werner en Kurt.