Een indrukwekkende fotocollectie van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) is de collectie Dussel. De maker, Wim Dussel (1920-2004), is oorlogscorrespondent en -fotograaf voor de Legervoorlichtingsdienst (LVD) tijdens de Korea-oorlog. Zijn foto’s geven een indringend en intiem beeld van dit conflict.

Jong geleerd is oud gedaan

Dussel neemt al op jonge leeftijd de pen ter hand. Op veertienjarige leeftijd schrijft hij een ingezonden stukje voor het Nieuwsblad van het Noorden. Zijn leraar Nederlands is niet bepaald onder de indruk, getuige zijn opmerking: “Van jou Wim Dussel komt niets terecht, hooguit word je journalist.” De leraar heeft voortschrijdend inzicht, want Dussel belandt inderdaad in de journalistiek.

Beeld: NIMH, collectie Dussel

Wim Dussel achter zijn typmachine tijdens zijn periode in Korea, mei 1951.

Naar Indonesië

Na afronding van de mulo en een baan bij een lakfabriek in Groningen wordt Dussel in 1939 gemobiliseerd en verblijft hij na de capitulatie in mei 1940 enkele weken in krijgsgevangenschap. De oorlogsjaren doorstaat hij redelijk goed. In 1945 meldt hij zich bij de Mariniersbrigade, die is opgericht om een bijdrage te leveren in de strijd tegen Japan. Na de capitulatie van dat land en het einde van de Tweede Wereldoorlog verandert het doel van de brigade. Zij moet samen met andere Nederlandse eenheden het gezag in Indonesië gaan herstellen. Dussel vertrekt naar Indonesië waar hij uiteindelijk als marinierscorrespondent gaat werken. In januari 1948 raakt hij gewond en wordt hij anderhalf jaar verpleegd in Nederland. Nadat hij hersteld is, meldt hij zich in 1950 aan als vrijwillig legerfotograaf en -correspondent bij het Nederlands Detachement Verenigde Naties (NDVN).

Beeld: NIMH, collectie Dussel

Het perspectief ‘van onderaf’. De foto is genomen tijdens de beklimming van Heuvel 975 in mei 1951.

De oorlog in beeld

In Korea legt hij ongeveer een jaar lang het wel en wee van de Nederlandse vrijwilligers en de marine-deelname in woord en beeld vast. Hij maakt foto’s met zijn eigen apparatuur en met door hemzelf aangeschafte films. Hij fotografeert gevechtsacties, het dagelijks leven, de onderlinge verstandhouding van de militairen en hun omgang met de plaatselijke bevolking. Kenmerkend voor de foto’s is dat ze ‘dicht op de huid’ zijn genomen. De ernst, radeloosheid, spanning en vermoeidheid van de militairen is goed te zien. Daarnaast kiest Dussel voor zijn portretfoto’s vaak een perspectief ‘van onderaf’. Op deze manier kijk je letterlijk en figuurlijk op tegen de militairen.

Beeld: NIMH, collectie Dussel

Een indringende blik van een infanterist, na de beklimming van Heuvel 975 in mei 1951.

Sprekende foto’s

Dussel wil de fysieke en emotionele effecten van de oorlog op de individuele soldaat vastleggen. Daarin is hij zeker geslaagd op deze foto. De close-up opname, de starende blik en de over het hoofd getrokken poncho geven deze foto veel zeggingskracht. Het is geen toeval dat Dussel meestal de gewone soldaat als onderwerp kiest. De infanterie heeft een speciale plek in zijn hart. Zo schrijft hij daarover: “Ik heb grenzeloze bewondering voor de infanterie, de kerels uit modder, blubber, regen en wind. (…) De infanterie is de handen en voeten geweest, de staf het hart. (…) Die handen en voeten, die zelden of nooit rust kregen, voortgestuwd door dat rusteloze hart. Maar het moest, infanterie, het moest. En ik durf namens die ‘staf’ te zeggen: bedankt. Meer niet. Omdat ik weet dat jullie toch niet meer wilt [sic] horen.” Ondanks deze loftuitingen wordt Dussel als een relatieve buitenstaander gezien door de Nederlandse militairen.

Negatieven worden opgeborgen

Na zijn terugkeer in Nederland schrijft Dussel het boek ‘Tjot. Nederlanders in Korea (1952)’. Dit boek is een selectie van zijn artikelen die hij in Korea schrijft. Zijn fotonegatieven bergt hij netjes op in een metalen ladekastje in zijn woning. In de jaren daarna werkt hij als freelance journalist. In die hoedanigheid maakt hij een aantal grote reizen. Hij reist onder andere de wereld rond op een volgepakte scooter en in een DAF. Met zijn artikelen in het Nieuwsblad van het Noorden en de opbrengsten van publicaties en lezingen kan Dussel behoorlijk in zijn levensonderhoud voorzien. Over zijn Korea-periode treedt hij weinig in de openbaarheid. In de jaren negentig worden zijn Korea-foto’s opgenomen in het beeldarchief van de toenmalige Sectie Militaire Geschiedenis, een van de voorlopers van het huidige NIMH. De rest van Dussels omvangrijke fotoarchief wordt na zijn dood in 2004 ondergebracht bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG).