De Vestingwet (on)voltooid

Met de Vestingwet was het vestingstelsel ‘geregeld’, maar de ‘voltooiing’ van de vastgestelde bouwfases bleek veel voeten in de aarde te hebben. Toen eindelijk de hoofdlijnen in de wet waren vastgesteld, begon de discussie over de precieze inrichting. Intussen stond de techniek ook niet stil.

Modernisering van de Nieuwe Hollandse Waterlinie

1 januari 1883 was de deadline voor de uitvoering van de Vestingwet, acht jaar na aanvang van het enorme bouwproject. De sterke hand van ‘Neerlands kracht’ was de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW). Dat stond buiten kijf. De modernisering van deze linie kreeg de hoogste prioriteit. De werkzaamheden startten zelfs al voordat de Vestingwet een feit was. Binnen een tijdsbestek van circa tien jaar waren de geplande werkzaamheden gereed. Ondertussen hadden de ministers van Oorlog allerlei wilde plannen en ook bezuinigingen voor de NHW in de Tweede Kamer gelanceerd, maar die brachten het project nauwelijks uit zijn koers.

Stelling Den Helder

De Stelling Den Helder kreeg dezelfde prioriteit als de NHW. De Helderse verdedigingswerken beschermden de marinebasis en de nadering tot Amsterdam. Volgens plan ging hier in 1875 de schop in de grond. Ook in Den Helder zouden de plannen (bijna) binnen de gestelde termijn worden gerealiseerd. Wel bleven enkele dure zeeforten achterwege om de Tweede Kamer niet op stang te jagen. Met de bouw van fort Harssens ging de Kamer wel akkoord. Nog voor de bouw begon, verloor dit fort echter veel van zijn waarde doordat Amsterdam inmiddels ook via het Noordzeekanaal te bereiken was. 

Overige projecten

Voor de andere projecten die onder de eerste prioriteit vielen, verliep de deadline zonder dat er veel gebeurde. De bouw van de beoogde sperforten “tot dekking van rivier-overgangen en opname van troepen” kreeg weinig steun vanwege de torenhoge kosten. Bij de Stelling van Amsterdam was het niet zozeer een kwestie van geld. De achtereenvolgende ministers (acht in acht jaar!) bemoeiden zich persoonlijk met het tracé van de stelling en zelfs met de fortontwerpen. Meningen van Kamerleden, de legerleiding en zelfverklaarde deskundigen maakten de verwarring nog groter. Intussen ging het ook nog heen-en-weer over de samenwerking tussen het leger en de marine.

Als klap op de vuurpijl kwamen uit het buitenland berichten over de brisantgranaat. Het ging om nieuwe, krachtige artilleriemunitie die het Nederlandse vestingstelsel deed schudden op zijn grondvesten. Even wist niemand meer wat te doen. Alleen de stellingen in het zuidwesten van het land kregen nog aandacht. Daarna verstreek de termijn van de Vestingwet zonder dat er zicht was op een vervolg.